De landen van de South African Development Community (SADC, ‘Sadek’) hebben een
gemeenschappelijke strategie afgesproken voor een globale aanpak van
het probleem van de wildstroperij. SADC omvat Angola, Botswana, DR Congo (Kinshasa), Lesotho, Madagascar, Malawi, Mauritius, Mozambique, Namibia, Seychellen, Zuid-Afrika, Swazilan, Tanzania, Zambia en Zimbabwe.
“We
worden onderbetaald, krijgen geen wapens en zijn in veel gevallen in
de minderheid tegen de vele stropers. We kunnen niet zomaar die
gewapende bendes te lijf gaan. Bovendien, als we ze betrappen, laat
de politie hen vaak vrij na enkele uren”, vertelt Malawisch
parkwachter Stain Phiri. Dit gebrek aan effectieve controle is
wellicht één van de redenen waarom stroperij een steeds groter
probleem vormt.
Bedreiging
Volgens
de Afrikaanse organisatie voor dierenbescherming TRAFFIC zijn
olifanten en neushoorns in het zuiden van Afrika steeds vaker een
doelwit van stropers. “In onze regio leven meer neushoorns dan
waar ook ter wereld. Bijna 95 procent van alle witte neushoorns
(Ceratotherium simum, zie foto boven) en bijna veertig procent van
alle zwarte neushoorns (Diceros bicornis) leeft hier”, legt
woordvoerder Richard Thomas uit.
De
cijfers van TRAFFIC tonen aan dat Zuidelijk Afrika met een enorm
stropersprobleem kampt. In 2011 werden er meer dan 25.000 Afrikaanse
olifanten afgemaakt. In 2012 daalde het aantal neergeschoten dieren
tot 22.000. Dat bleef stabiel rond 20.000 gedode dieren in 2013. In
totaal leven er op dit moment nog tussen 420.000 tot 650.000
olifanten op het Afrikaanse continent, schat de organisatie.
Het
aantal gestroopte neushoorns steeg in de afgelopen zeven jaar echter met
meer dan 7000 procent, van 13 tot 1.004 neushoorns. Op dit moment
leven er nog maar 5.000 zwarte neushoorns en 20.000 witte neushoorns
in het zuiden van Afrika.
Internationale samenwerking
Toch
lijkt er verbetering op komst. De SADC-landen werken steeds beter
samen om de stropersplaag in te dijken. Eén van de belangrijkste
mijlpalen is een antistroopverdrag tussen Mozambique en Zuid-Afrika.
Deze twee landen willen de stropers, die vooral actief zijn in het
Krugerpark nabij de Mozambikaanse grens, een halt toeroepen. Daarvoor
proberen ze onderling gegevens uit te wisselen en technieken te
ontwikkelen om de jacht op neushoorns te stoppen.
Bovendien
heeft Mozambique, dat traditioneel een doorvoerland is voor hoorn van
neushoorns, dit jaar een wet goedgekeurd die maximaal twaalf jaar
cel oplegt aan stropers. “Onze vroegere wetten waren veel minder
streng. Ik denk dat een celstraf van twaalf jaar stropers zeker zal
afschrikken”, zegt de Mozambikaanse minister van Toerisme
Carvalho Muaria. Andere landen komen met gelijkaardige
maatregelen.
Verder
heeft het SADC enkele jaren geleden een samenwerkingsprogramma
gestart met Malawi en Zambia, waardoor stropers in deze landen steeds
vaker worden betrapt. “Dankzij het samenwerkingsproject tussen
onze landen hebben we al 10 geweren en 322 valstrikken in beslag
kunnen nemen. We konden ook 32 stropers arresteren”, zegt de
Malawische minister van Toerisme Nakhumwa.
Volgens
de overheid leidt de betere controle reeds tot een stijging van het
aantal wilde dieren in Malawi. “We zien terug meer olifanten,
nijlpaarden, buffels, zebra’s en andere wilde dieren in het nationaal
park Nykia”, concludeert overheidscoördinator Humphrey Nzima.
