De Amerikaanse federale Senaat heeft 100 leden, hier de leden van 2011 met hun medewerkers (foto US Senate)
Analyse -

Obama’s laatste twee jaar hetzelfde, iets rechtser

Bij de verkiezingen voor de federale Senaat in de VS heeft de Republikeinse Partij na acht jaar terug een meerderheid behaald. De federale Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft al een Republikeinse meerderheid. President Obama moet zijn laatste twee jaar dus verder met een vijandige parlementaire meerderheid. Wat betekent dat concreet?

woensdag 5 november 2014 11:06
Spread the love

De uitslag van deze verkiezingen is
niet verrassend, de opiniepeilingen van de voorbije weken worden
bevestigd door de eerste exitpolls. De officiële volledige tellingen laten – zoals steeds bij Amerikaanse verkiezingen – nog dagen op zich wachten, maar de uiteindelijke resultaten liggen politiek zo goed als vast. Volgens zowat alle recente onderzoeken van de publieke
opinie heeft het gebrek aan populariteit van Democratisch president
Obama een grote impact gehad op het kiesgedrag bij deze verkiezingen.

De Amerikaanse federale Senaat

De Amerikaanse federale Senaat heeft
100 leden, 2 voor elke deelstaat, groot of klein. De kleinste staat (qua
bevolking) Wyoming heeft met 580.000 inwoners twee senatoren, net als
California met 38,3 miljoen. Dit systeem bevoordeelt kleine
landelijke staten. Een meerderheid aan zetels in de Senaat is dus niet noodzakelijk een weerspiegeling van een globale demografische meerderheid voor de winnende partij.

Deze 100 senatoren worden niet
allemaal tegelijk verkozen. Om de twee jaar wordt één derde van hen herverkozen, in ‘deeltijdse’ of ‘tussentijdse’ verkiezingen. De verschuivingen per verkiezingen zijn dus altijd relatief
klein. De Republikeinse Partij wint nu waarschijnlijk zes zetels en behaalt daarmee een
meerderheid van 54 op 100 zetels (waarvan twee zetels nog onzeker, maar waarschijnlijk).

Tot de jaren 1960 was dit systeem
grotendeels in het voordeel van de Democratische Partij. Sinds die
partij toen in het zuiden en het landelijke centrum (de Midwest) zwaar aan
invloed verloor1,
is dat omgekeerd. 

De federale Senaat kan nieuwe
wetgevende initiatieven tegenhouden met een gewone meerderheid. Voor
eigen initiatieven zijn echter grotere meerderheden nodig. De nieuwe
Senaat kan Obama dus wel zwaar hinderen in de uitvoering van zijn
beleid

Democraat Obama is niet populair

De approval rating, de barometer van
het politieke vertrouwen, staat voor Obama op 41 procent. Volgens
opiniepeilingen verwijt de bevolking Obama vooral een gebrekkige
aanpak van de immigratie in het algemeen en van de Ebola-crisis in
het bijzonder. Ook zijn aanpak van het probleem van de IS
wordt aanzien als onvoldoende krachtig.

De situatie van een
Amerikaans president met een andere kleur 2
dan de parlementaire meerderheid is steeds weer een geliefkoosd thema voor
analytici wereldwijd. Of dat werkelijk een groot verschil maakt voor
het beleid van de Amerikaanse overheid, is maar de vraag. Alles hangt
er immers van af hoe men de maatschappelijke problemen van de Amerikaanse
bevolking bekijkt, welke prioriteit men eraan geeft of gewoon hoe
men bepaalt wat een ‘probleem’ is en wat niet.

(Nog) iets minder sociaal

Op sociaal vlak lijdt het geen twijfel
dat de Republikeinse Partij nog regressiever is dan de
Democratische Partij. Inhoudelijk verschillen beide partijen ten
gronde weinig, maar de Republikeinen zijn wel meer rechtuit
en doortastend. Enkele honderdduizenden Amerikanen gaan nu door deze Republikeinse parlementaire meerderheid ook uit de boot vallen en de
miljoenen landgenoten vervoegen, die al in armoede leven onder een
Democratische meerderheid. Voor hen maakt deze uitslag wel
degelijk een groot verschil.

Het binnenlandse stokpaardje van
president Obama, zijn hervorming van de gezondheidszorg of
Obamacare, komt niet in gevaar. Een Republikeinse meerderheid in
het Congres (Senaat en Kamer samen) kan weliswaar nieuwe
initiatieven voor een verbetering van die gezondheidszorg blokkeren,
maar om bestaande wetten in te trekken hebben ze een bijzondere
meerderheid nodig en die hebben ze met 54 op 100 zetels niet.

Pogingen om dat toch
te doen, kunnen door de president met een veto worden uitgesteld tot het
einde van zijn mandaat binnen twee jaar. Bovendien heeft Obamacare – hoe beperkt dat programma in vergelijking met de Europese systemen ook is – redelijk veel succes bij de gewone Amerikaan. Republikeinse
politici houden lokale zittingen om hun kiezers uit te leggen hoe ze
zich in het systeem kunnen inschrijven. Dat belet hen niet om tegelijk in de
hoofdstad tegen datzelfde overheidsprogramma te fulmineren.

Compromissen

Obama zal na deze uitslag wel
verregaande compromissen moeten sluiten bij eventuele benoemingen
van topfunctionarissen in de overheidsadministratie en bij de leden
van het Hooggerechtshof  3.

Zolang er zich geen nieuwe diepe crisis
voordoet, zal Obama verder geen probleem hebben om zijn twee laatste
jaarbudgetten 4
goedgekeurd te krijgen. Het huidige overheidstekort valt binnen de
grenzen die de Republikeinen zelf hebben afgedwongen. Hij
riskeert dus geen massale sluiting van de overheidsdiensten, zoals in
2011 en eind 2013.

Gouverneurs

Er waren ook in heel wat staten verkiezingen van de gouverneurs. Ook daar haalden Republikeinse kandidaten de overhand. Zelfs in de deelstaten Illinois van Barack Obama en Arkansas van Hillary en Bill Clinton won de Republikeinse kandidaat. 

Gouverneurs moeten voor een deel de federale wetgeving toepassen, maar beschikken over heel wat middelen om dat tegen te gaan, te saboteren, tegen te werken. Het minimumloon bijvoorbeeld is grotendeels nog steeds een zaak van de deelstaten.

Buitenlandpolitiek

Op buitenlands vlak zullen de nieuwe
politieke verhoudingen in het Amerikaanse parlement ten gronde
nauwelijks een verschil maken. Obama’s taalgebruik zal waarschijnlijk
wat assertiever worden. Voor de slachtoffers van de Amerikaanse (en,
in hun kielzog, Britse en NAVO-) oorlogsactiviteiten in het
buitenland kan dat verschil groot zijn. Je dorp platbombarderen of
net niet, is voor hen uiteraard ‘een wereld van verschil’.
De steun voor het zionistische project
van de staat Israël zal onverminderd groot blijven, de oorlogen in Syrië
en Irak gaan eveneens door. Hoogstens mogen een paar strategische of tactische aanpassingen verwacht worden en een iets hardere presidentiële retoriek

Amerikaanse presidenten zouden zich zonder
parlementaire meerderheidssteun meer gaan concentreren op het
buitenlands beleid, omdat daar meer consensus over is tussen de twee partijen. Obama is nu al de president met de meeste
drone-aanvallen ooit op zijn naam – zijn voorganger George W. Bush stond eerder aarzelend tegenover deze
praktijk.

Obama heeft meer klokkenluiders vervolgd en laten
veroordelen dan alle presidenten voor hem in de Amerikaanse
geschiedenis samen. Het budget voor Defensie is groter dan ooit
tevoren.

Het idee dat ook president Obama
zich zal concentreren op het buitenland voor zijn twee laatste jaren
is echter schijn. De Amerikaanse federale overheid gaat niet plots
op non-actief staan. De perceptie in de Amerikaanse massamedia ten spijt
gaat het sociaal-economisch en leefmilieubeleid van Obama onverminderd verder. Dat beleid beantwoordt zoals bij elke president aan de
vereisten van hen die het in dat land voor het zeggen hebben: de economische toplaag. Fracking gaat door, de grote
XL-pijplijn van Alaska (over Canada) komt er.

Sociaal-democratische minderheid

De Democratische Partij heeft in haar
rangen een kleine minderheid van ongeveer 50 leden van de
Kamer en een paar senatoren met een gematigd sociaal-democratisch profiel. Een van de meest
uitgesproken Democraten op dat vlak is senator Elizabeth Warren van de deelstaat Massachusetts (die nu niet herverkozen moest worden). 

De enige echte sociaal-democraat in het Amerikaanse Congres is Bernie Sanders, senator voor de staat Vermont, de enige niet aan een van beide partijen gebonden federale politicus. Vermont is de enige deelstaat in de VS met een echt overheidsprogramma voor gezondheidszorg en met de hoogste levensverwachting van alle deelstaten. Zijn kritiek op het beleid van Obama zal na deze laatste verkiezingen dezelfde blijven.

Minstens in
woorden en soms ook in daden is de Democratische Partij meer
bereid tot marginale (naar Europese maatstaven) sociale toegevingen. De Republikeinse Partij
daarentegen is meer recht voor de raap. Geen wollige
taal maar openlijk agressief en eigengereid antisociaal, keihard tegen ondingen als minimumloon, openbaar vervoer, openbare gezondheidszorg, vakbonden en even openlijk pro klimaatontkenning, meer fracking en minder milieureglementering (‘meer ondernemingsvrijheid’).

TTIP

Ook voor de EU maken deze verkiezingen
nauwelijks een verschil. Met een Republikeinse parlementaire
meerderheid tegen zich, zal Obama iets harder dan voorheen
aandringen op het afsluiten van het vrijhandelsakkoord TTIP met de EU
(en van het TPP-verdrag met de landen rond de Stille Oceaan). Deze
Republikeinse meerderheid zal er eventueel kunnen toe leiden dat
het TTIP-akkoord sneller wordt afgesloten en ondertekend. De Republikeinen verwijten Obama al jaren dat hij niet hard genoeg is bij de onderhandelingen over deze twee akkoorden.

Op concrete dossiers zullen de
onderhandelingen over dit verdrag verharden. Inhoudelijk
blijft dat verdrag wel wat het vanaf het begin was: een samenwerkingsakkoord van Amerikaanse en Europese investeerders om een
wettelijke constructie op poten te krijgen – ver van de
schijnwerpers van de publieke opinie – die verkiezingen vanaf dan grotendeels irrelevant maakt. Toekomstige regeringen zullen, wat hun
kleur of politiek oriëntatie ook moge zijn, met handen en voeten
gebonden worden aan de eisen van dit verdrag, exclusief ten bate van de
grote bedrijven aan weerszijden van de oceaan.

Voor de EU kan het betekenen dat de goedkeuring van het TTIP-verdrag zal versneld worden. Dat verdrag zou er met een Democratische meerderheid in de Senaat ook wel gekomen zijn, alleen wat later. De echte gevolgen van dat verdrag voor de EU en voor de Amerikaanse bevolking zullen in de komende jaren blijken.

Voor wat hoort wat

Deze verkiezingen zijn een zoveelste triomf
voor de Amerikaanse bedrijfswereld, zoals alle vorige van de
voorbije tientallen jaren. In steeds grotere mate bepaalt de
financiële draagkracht van de kandidaten hun kans op succes. Die steun is geen neutrale factor.

Mitch McConnell, fractieleider van de Republikeinen in de Senaat, gaf in zijn deelstaat Kentucky alleen 78 miljoen dollar (62 miljoen euro) uit voor een campagne die ongeziene dieptes bereikte qua negatieve beeldvorming over de Democratisch tegenkandidaat. De kandidaten voor de senaat hebben samen een recordbedrag van ongeveer 4 miljard dollar (3,2 miljard euro) uitgegeven.

And the winner is… de commerciële media

Ongeveer 908.000 tv-spotjes werden uitgezonden tijdens deze campagne. Volgens het Wesleyan Media Project hadden slechts 26 procent van deze reclamespotjes een positieve boodschap met eigen politieke standpunten, de andere spotjes gingen over beweerde tekortkomingen van de tegenstrever.

Dat geld krijgen ze van de grote bedrijven (al dan niet onder het mom van ‘individuele’ donaties). Het spreekt
vanzelf dat zij dan geen thema’s hebben bespeeld die voor de armere
Amerikanen van belang zijn. Voor wat hoort wat.

Of deze tussentijdse verkiezingen een
groot verschil maken kan je niet zomaar in het algemeen stellen. Het
hangt ervan af waar je op dat vlak staat. Voor mensen uit de lagere middenklasse
wordt de situatie nog meer precair dan voorheen. Voor inwoners van
dorpen en regio’s die nu al worden platgebombardeerd met drones, maakt
het nauwelijks een verschil. Voor de economische toplaag van de VS is dit resultaat goed nieuws. Het wordt voor hen nog iets beter dan onder de Democratische meerderheid.

Volgens de eerste peilingen zijn slechts 40 procent van de kiesgerechtigde Amerikanen komen opdagen voor deze deeltijdse verkiezingen. Het is me andere woorden allesbehalve zeker dat de Republikeinen met deze stembusgang hun kansen vergroten om in 2016 met een geloofwaardig kandidaat de volgende presidentsverkiezingen te winnen. De kiezers die Obama hebben verkozen – zwarten, hispanics, vrouwen en jongeren – zijn massaal thuisgebleven.

Bronnen:

Voetnoten:

1
Na de uitbreiding van het stemrecht voor zwarten door Democratisch
president Lyndon Johnson (1963-1968) stapten grote aantallen blanke
kiezers over naar de Republikeinen, die sindsdien een veel
rechtsere koers varen. Tot dan waren de Republikeinen de meer sociale partij (weliswaar alleen voor blanke Amerikanen).

2 Rood
staat voor Republikeinen, de Democratische Partij kleurt
blauw.

3 In
de VS worden topfunctionarissen (vergelijkbaar met secretarissen-generaal van overheidsdiensten hier) rechtstreeks
benoemd door de president, voor de duur van zijn mandaat. Deze
benoemingen worden door het Congres (Kamer en Senaat) bekrachtigd na
hoorzittingen. Zij zijn geen professionele ambtenaren maar eerder
uitvoerende onderministers. Ze worden benoemd bij het begin van het presidentieel mandaat, maar ze komen en gaan en moeten dan vervangen worden. De leden van het
Hooggerechtshof worden voor het leven benoemd en alleen
vervangen na overlijden of wanneer een lid vrijwillig ontslag
neemt (meestal om gezondheidsredenen). Dit Hof beslist over de
grondwettelijkheid van goedgekeurde wetten. Een benoeming bij het Hof is
voor elke president een kans om een gelijkgezinde stem te behouden vele
jaren na zijn vertrek. De komende twee jaar zal
Obama die mogelijkheid niet meer hebben.

4 In
de VS begint het fiscale jaar op 1 september.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!