Credits: Hans Kerrinckx
Opinie, Politiek, Cultuur, België - Els Silvrants-Barclay

Sois beau et tais-toi

Wanneer we de besparingscijfers in de cultuursector in detail bekijken, dan komen we tot de conclusie dat deze regering geen inhoudelijke, maar ideologisch gekleurde en politiek gemotiveerde keuzes heeft gemaakt. "Deze regering had deze zomer al beslist dat zijn beleid geen baat zou hebben bij een progressieve cultuursector."

maandag 29 september 2014 17:37
Spread the love

Binnen een mum van tijd sijpelde de informatie door, en stond alles in de krant: dat wat de rekenmachine beslist had voor de cultuur. En die sector schoot meteen in de verdediging én in de tegenaanval. Plots kwam de nadruk te liggen op het maatschappelijk belang van cultuur, op de innovatieve kracht van de kunsten, welja, ook voor onze economie.

De sector verdedigde zich tegen de misvatting die heerst dat de kunstensector “op de
poef” zou leven, daar waar net met heel weinig middelen er dubbel zo veel worden
opgehaald. Ten slotte werd in de verf gezet dat elk museum een symbolisch kapitaal vertegenwoordigt dat ons erfgoed
koestert voor de volgende generaties.

Het non-debat dat volgde,
geeft aan wat een lezing van de besparingscijfers eigenlijk al
bevestigt: dat de regering met deze besparingsronde politieke en
ideologische keuzes heeft gemaakt, en dat een echte analyse van het veld
niet eens aan de orde was. De steunpunten maakten begin deze maand een
landschapstekening op, maar er was geen tijd om deze in het kader van de
besparingen te bekijken.

De culturele sector verdedigt zich de
afgelopen dagen op basis van zijn interne dynamiek, waar ook kleine en
middelgrote organisaties een belangrijke rol spelen en vaak met
bijzonder weinig middelen internationaal hoge ogen werpen. De nieuwe
regering had echter al in de zomer beslist dat haar beleid geen baat zou
hebben bij een progressieve cultuursector en zou gaan voor kunst en
cultuur “Flanders, State of the Art” als etalage. Kunst en cultuur
geïnstrumentaliseerd als uithangbord, als beschavingsapparaat, als motor
voor toerisme en diplomatie, en de rest als achterafje wanneer de F16’s
en ander meubilair van de angsteconomie afbetaald zijn.

Vorm in plaats van inhoud

Deze
regering kiest voor haar grote instellingen. Grote instellingen met
sterk politiek verankerde besturen, als u begrijpt wat ik bedoel. Net
als deze regering verwacht ook de rest van de cultuursector veel van
deze “topambassadeurs” zoals de regeerbijdrage (beleidsnota) ze benoemt. Zij
beschikken immers over een enorm symbolisch kapitaal. Hoe kunnen ze dit
kapitaal echter inzetten voor de rest van de cultuursector? Welke
samenwerkingen zetten ze op touw? Hoe verbinden ze zich lokaal en welke
expertise delen ze? Hoe wegen zij op maatschappelijk debat en bepalen ze
mee de agenda van de cultuursector? Wanneer doen zij publiek uitspraak
voor ‘hun’ veld?

Wat de sector verwacht van deze instellingen lijkt
echter fundamenteel verschillend van de rol die deze regering voor hen
lijkt te voorzien. De regeerbijdrage maakt voorzichtig gewag van de nood
tot samenwerking, maar gaat verder vooral voor de vorm, in plaats van
de inhoud, en laat zich gewillig drijven op nostalgie voor de
natiestaat. Sois beau et tais-toi. Of spreken de grote
instellingen dan toch de komende dagen? Als zij zich niet willen laten
instrumentaliseren, in ruil voor een of andere infrastructuursubsidie of
een andere belofte, zal dit absoluut noodzakelijk zijn. Ook het
kunsten- en erfgoedveld heeft nu nood aan “zijn” grote instellingen.

Rekenmachinepragmatiek

Ik
betreur het dat deze regering en zijn nieuwe cultuurminister nu reeds
de hakbijl hebben bovengehaald en bestaande engagementen hebben
opengebroken zonder de tijd te nemen om de ecologie van deze
cultuursector eerst grondig te bestuderen. In het licht van hun zelfverklaarde ambitie hadden ze er ook voor kunnen
kiezen, om transparant,
rationeel en efficiënt aan politiek te willen doen, om deze keuzes
geïnformeerd en weldoordacht te willen maken in het kader van de
volgende subsidierondes. Zo merk ik op dat deze regering in zijn
verklaringen de mond vol heeft van internationale zichtbaarheid, maar
vervolgens laat men zich vangen aan het cliché dat groter per definitie
zichtbaarder is. Dat schaalvergroting per definitie meer impact
genereert. Een grondige lezing van het Vlaamse cultuurlandschap zou nochtans mooi het tegendeel hebben bewezen.

Men heeft zich integendeel
zeer selectief laten informeren en cultuur op snelheid in het
ideologisch keurslijf gewrongen dat ook andere beleidsbeslissingen
grotendeels heeft bepaald. Met deze besparingsronde toont de regering
dat haar zogenaamde rekenmachinepragmatiek dus even ideologisch gekleurd
en politiek gemotiveerd is als de oude politieke cultuur die zij
nochtans zo fel hekelt.

Origineel artikel verschenen in KnackEls Silvrants-Barclay is coördinator bij Contemporary Art Heritage Flanders (CAHF)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!