Opinie, Politiek, Cultuur, België - Freek Vielen

“Ik wil leven in een wereld die wordt ingericht door ons allemaal”

Bij de debatavond van Hart boven Hard in Antwerpen ging het ook over een stoplicht voor blinden. Theatermaker Freek Vielen gaf daar zijn gedachtes bij, en kwam tot verregaande conclusies: "Ieder individu heeft een burger en een consument in zichzelf. De burger kijkt naar wat hij denkt dat goed is voor ons allen, de consument kijkt naar wat goed is voor hem." Moeten naar de laatstgenoemde macht en verantwoordelijkheid worden overgeheveld?

maandag 29 september 2014 16:03
Spread the love

Ik liep laatst over straat en ik stond op een gegeven moment naast een stoplicht met daarin een tikapparaat voor blinden. Dat tikapparaat dat langzaam tikt als het stoplicht op rood staat en snel tikt als het op groen springt.
Ik dacht daar niet zoveel over na, tot ik doorliep en bij het volgende stoplicht weer zo’n tikapparaat hoorde en ik dacht: wat goed. Wat goed van ons, dat we in alle stoplichten zo’n tikapparaat stoppen. Hoeveel zou dat wel niet kosten? En hoeveel is dat dan per blinde, dacht ik.

Maar dat maakt niet uit, dacht ik toen, want ik, als burger, vind het goed en vanzelfsprekend dat we dat gezamenlijk betalen voor onze blinde medemens. Omdat iedereen zo veel mogelijk geholpen moet worden om zelfstandig over straat te kunnen gaan en zijn leven te ontplooien, zijn talenten waar te maken.

Natuurlijk moeten we dus doorgaan met in alle stoplichten een tikapparaat te stoppen. Daar betaal ik graag aan mee via belastingen. Geen probleem. Daar hoef ik heus geen “dank je wel” voor. Of een kaartje met kerst, “bedankt namens de blinde gemeenschap”, natuurlijk niet.

Ik vind het vanzelfsprekend dat we dat collectief regelen, zelfs al heb ik er als redelijk perfect ziend persoon niets aan. Zelfs al vind ik dat luide getik soms, dat geef ik toe, een beetje irritant. Geen punt.

En dat vind ik echt, maar, dacht ik toen ik verderliep, stel nou dat er voor mij twee potjes zouden staan: een potje waarbij zou staan “doneer hier uw twee euro om de tikapparaten mee te financieren” en het andere potje waarbij zou staan “ruil hier uw twee euro in voor een warm saucijzenbroodje”.

Dan zou ik als ik eerlijk ben, als ik echt eerlijk ben, die twee euro vanzelfsprekend in dat potje voor dat tikapparaat stoppen. Natuurlijk, ik leg net uit hoe goed ik het vind dat die tikapparaten bestaan.

Ik denk dat ik alleen en enkel die ene twee-euromunt, mijn eigen zuurverdiende, door hard, hard werken, verdiende twee-euromunt, in dat potje voor dat saucijzenbroodje zou stoppen als ik op dat moment toevallig net honger had. Of zin in een saucijzenbroodje. Of gewoon in iets warms. Voor in mijn maag. Een lekker tussendoortje.

In dat geval weet ik zeker dat het me echt geen enkele moeite zou kosten om een reden te bedenken waardoor ik het perfect, voor de duur van het verorberen van dat saucijzenbroodje, voor mezelf zou kunnen rechtvaardigen om niet mee te betalen aan de tikapparaten: “mijn buurman betaalt vast wel voor dat tikapparaat” of “mijn buurman betaalt toch ook niet voor dat tikapparaat” of “als er voldoende vraag naar tikapparaten is, dan komen die tikapparaten er vanzelf wel” of “kunnen die blinden dat niet zelf bij elkaar crowdfunden” of “kunnen ze geen maatschappelijke partner zoeken” of “in de Middeleeuwen hadden de stoplichten toch ook geen tikapparaatjes”…

Om deze reden, omdat ik mezelf een beetje ken, houd ik dan ook mijn hart vast als ik denk aan de nieuwe ministersploeg. Het is een ministersploeg die voornamelijk bezig is met het overhevelen van macht: van federaal naar gemeenschap, van gemeenschap naar gemeente, van gemeente naar ondernemer en vooral en bovenal van burger naar consument.

Ieder individu heeft een burger en een consument in zichzelf. De burger kijkt naar wat hij denkt dat goed is voor ons allen, de consument kijkt naar wat goed is voor hem. De burger focust zich op wat hij verlangt voor het land, de consument op waar hij zin in heeft voor zichzelf. De burger kiest in het stemhokje, de consument in de Carrefour.

En omdat ik zelf ook consument ben, veel vaker dan burger, kan ik alleen maar zeggen: stop met het overhevelen van macht van de burger naar de consument. Stop daarmee.
Alsjeblieft.

Stop met het geven van die verantwoordelijkheid aan de consument. De consument in mezelf kan die verantwoordelijkheid niet aan. Ik wil niet met haast en honger in de Carrefour moeten beslissen of de tonijn mag uitsterven of niet. Ik wil niet dat de consument mag beslissen hoe we om willen gaan met het eten dat eens dier was.

Daar moeten wij rustig als burgers over nadenken. Net zoals je de consument met een stijve en met een rood hoofd van schaamte niet laat bepalen wat wel en wat net geen vrouwenuitbuiting is in het Red Light District, wil ik ook niet dat de consument, de hardwerkende ondernemer in eigenbelang, verantwoordelijk wordt gemaakt voor de opwarming van de aarde, de uitbuiting van kinderen in verre landen, van vrouwen, van dieren.

Ik wil daar niet over moeten nadenken op het moment dat ik hongerig, of moe, of angstig ben. Of ben gemaakt. Daar is het te belangrijk voor. Ik wil dat dat over wordt gelaten aan de burgers.

Dus nee, natuurlijk moeten we geen ziekenhuizen privatiseren, geen gevangenissen, geen scholen, niet de dierenrechten, niet de natuur, niet het milieu, niet de lucht, niet de wegen, niet de kunst.

Het is toch inmiddels wel duidelijk dat maximaal geld verdienen als enige beslissingsfactor, niet de fijnste wereld oplevert?

Daarom steun ik Hart boven Hard, omdat ik wil dat we stoppen met steeds hetzelfde desastreuze verhaal te vertellen, waarin het logisch en zelfs natuurlijk lijkt om de consument onze wereld te laten inrichten. Ik steun Hart boven Hard, omdat ik vind dat de burger de macht terug moet krijgen. Ik steun Hart boven Hard, omdat ik niet wil wonen in een wereld die wordt bepaald door consumenten, maar wil leven in een wereld die wordt ingericht door ons allemaal – door burgers.

Theatermaker Freek Vielen las deze tekst voor op de Hart Boven Hard
startavond in de Monty op maandag 22 september. Het is een fragment uit
de State of the Youth die hij bracht op het afgelopen theaterfestival.
De volledige tekst kunt u hier lezen. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!