(foto Sonia Goicoechea)
Reportage, Nieuws, Milieu -

De groei van het degrowth-debat

De degrowth-beweging telde zes jaar geleden 150 deelnemers. Begin september verzamelden zich inmiddels 3000 denkers in Leipzig. Op de agenda stonden talloze punten die de vernietigende kracht aantoonden van het idee "economische groei". Een verslag van een congres, waar ook successen vielen te noteren. Ze geven richting aan een constructieve economie waarin de lange termijn regeert – en die de planeet intact laat.

maandag 8 september 2014 10:35
Spread the love

Waarom
verzamelden een recordaantal van drieduizend
denkers zich tussen 2 en 6 september in de
Duitse stad Leipzig om over economische degrowth
na te denken? Eén reden is dat een groeiende
hoeveelheid onderzoek

aantoont dat een beleid gericht op economische groei dé motor is
achter de langetermijnvernietiging van de voorwaarden die het leven
op aarde aangenaam maken. Een andere reden
is dat het zinvol is om te onderzoeken naar
hoe alle
mensen op deze planeet op een aanvaardbaar niveau van welzijn kunnen
leven.

Volgens
auteur en activiste Naomi Klein is “alles
makkelijker dan je in te beelden hoe je het kapitalisme kunt
veranderen”, maar dat is wél nodig om een klimaatcatastrofe te
voorkomen. In meer politiek correcte termen is
dat ook de
overtuiging van het Intergovernmental
Panel on Climate Change
(IPCC)
– getuige een
al uitgelekte
kladversie
van een rapport
dat in november verschijnt. Naomi Klein zei dat we als mensheid
catastrofaal falen als het over de aanpak van de klimaatcrisis gaat.
Niet in theorie, want daarin
zijn we bezig het
probleem te beheersen. Klein doelt op
de praktijk. Sinds de eerste klimaatonderhandelingen begonnen in
1990, zijn de emissies met 61 procent gestegen. Ze ziet de oprichting van
een wereldwijd vrijhandelsregime, parallel aan de
klimaatonderhandelingen, als een cruciale reden voor ons falen. “We
moeten een economie hebben waarin de kwaliteit groeit van hoe we voor
elkaar zorgen en die krimpt in de manier waarop we met grondstoffen
omgaan.”

Pioniers



Alberto Acosta (foto Sonia Goicoechea)

lberto
Acosta
, voormalig minister Energie
en Mijnbouw van Ecuador en professor in de economie, zei dat
het niet voldoende
is om gewoon te zeggen dat we van het groeiparadigma af moeten. Exact
daarom focust deze conferentie van 2014, de vierde in rij, op
concrete stappen naar de nieuwe economie die moet groeien als de oude
economie krimpt. In wetenschappelijke debatten, workshops en tal van
participatieve formats wisselen pioniers op sociaal, technologisch,
ecologisch en economisch vlak informatie uit over er wat er gaande is
buiten de
staat en de markt.

De werelden van peer-to-peer,
transitienetwerken en
klimaatrechtvaardigheid smelten hier allemaal samen. Dat de
degrowth-beweging
groeit – van 150 deelnemers zes jaar geleden naar 3000 nu – is geen
tegenstrijdigheid. “Degrowth
gaat over het krimpen van de economie gebaseerd op stijgende
ontginning van niet-hernieuwbare hulpbronnen naar het groeien van al
die kleine niches”, volgens Michael Narberhaus. De instorting
van de ontginningseconomie zou volgens
recent onderzoek wel eens sneller kunnen gebeuren dan meestal wordt aangenomen
.

De
negatieve connotatie van het woord ‘degrowth’ zorgt ervoor dat veel
mensen zoeken naar een ander woord, zoals ‘post-groei’:
hoe de samenleving eruitziet als ze de “groei = goed voor
iedereen”-mythe ontrafelt. De sfeer is hier ook allesbehalve
negatief geladen. Silke Helfrich, die het populaire boek The
Wealth of the Commons

schreef, kreeg het publiek helemaal op de hand met haar
verhaal over de wereld buiten de markt en staat. Dan was er Nnimmo
Bassey
, een Right Livelihood
Award-winnaar (een soort Nobelprijs voor milieuactivisten) die een
paneldebat begon met een mix van rap en poëzie waar hij het publiek
bij betrok. Nnimmo praatte daarna over de verbanden tussen activisme
rond klimaat rechtvaardigheid in het Zuiden en degrowth
debatten in het Noorden. Ook de overvloed aan artiesten en de zorg
voor een zo milieuvriendelijk mogelijke conferentie (quasi geen
papier, volkskeuken met herbruikbaar eetgerei,
veel milieuvriendelijke transportopties) droegen bij aan een creatieve hotspot vol positieve energie. Veel van de
drieduizend
deelnemers zullen huiswaarts keren met de missie om binnen de
organisatie waar ze werken op een volgende interne vergadering dit op
tafel te gooien: “We need to talk
about degrowth”
.

Iedereen
weet dat dit een harde noot om te kraken zal zijn. Een moderator met
gevoel voor zelfrelativering zei dat het degrowth-debat
tot nu toe vooral “een wetenschappelijke discussie van de
bourgeoisie is”, beperkt tot gekke professoren, linkse studenten
en alternatieve media. Maar het potentieel om allianties te smeden
is enorm, met naast de klimaatrechtvaardigheidsactivisten een op
het eerste zicht onwaarschijnlijke partner: de vakbonden.

Werkgelegenheid

Hoe
slaagde een degrowth-groep
uit Engeland erin om een grote vakbond van de oliesector een
memorandum te laten tekenen waarin staat dat de olie-sector over dertig
jaar moet verdwijnen? Door met de basis over werk in de
degrowth-economie
te praten. Elke job die in de oliesector verdwijnt, moet vervangen
worden door een job in de sector van de hernieuwbare energie – én
het moet een publieke job zijn. Het gaat hier om gezondere jobs die
werknemers ook een beter gevoel geven, een gevoel dat ze aan iets
positiefs meewerken.

“Eenmaal de militanten mee waren, moest de
top van de vakbond wel volgen,” vertelde Jonathan Neale, van de
UK 1 million climate jobs campaign.
Of zoals ingenieur Willi Haas zei: “Politici zeggen altijd dat
we BNP-groei nodig hebben, omdat we banen nodig. Waarom de
destructieve omweg? Waarom niet gewoon direct de banen creëren?”
Ongeacht wat de mainstream media vertellen, bestaat er wel degelijk
onderzoek om die these te staven. Een recente
studie van IDDRI
laat zien
dat er geen duidelijke correlatie tussen BNP-groei en jobgroei is.
Het rapport stelt: “Voor auteurs van zeer verschillende
overtuigingen is er geen noodzaak aan kortetermijngroei om
werkgelegenheid te creëren. De grootste noodzaak is dat het beleid
rechtstreeks voor werkgelegenheid zorgt.”

De
armste helft van de wereldbevolking bezit minder dan de 85 rijkste
mensen op aarde.
Thomas
Piketty bewees dat deze
trend zich in de 21e eeuw zal doorzetten als we niets doen aan de
al stijgende ongelijkheid
.
Zelfs een aantal ‘tot-inzicht-gekomen’ rijken beseffen nu al dat ze
daar niet mee zullen wegkomen. De degrowth-economie
is daarom niet alleen nodig om over te schakelen naar een samenleving
die binnen planetaire grenzen leeft. Ze
is volgens arm en (sommige) rijk(en) ook
nodig om een versnellend maar uiteindelijk
zelfvernietigend proces van rijkdom concentratie tijdig te stoppen.

Degrowth
zegt dat we voorbij de reductie van armoede naar de reductie van
rijkdom moeten kijken. Ze stelt voor om te evolueren van groei van
het BNP naar groei in welzijn voor iedereen. Of dat nu is door middel
van buen
vivir
of transitiesteden
of P2P (peer to peer) of bruto nationaal geluk: elke samenleving biedt mogelijk- en onmogelijkheden voor een bepaalde weg. Ashish Kothari
en Alberto Acosta zeggen terecht dat we niet hetzelfde model voor
iedereen nodig hebben. Geschiedenis en culturele waarden kun je niet
buiten beschouwing laten.

Het doel van congressen zoals die in Leipzig is dat bewegingen,
gemeenschappen, academici, vakbonden en andere niches in de civiele
samenleving convergeren als rivieren tot een stroom – een stroom die
door zijn gecombineerde sterkte de dammen van de oude economie
afbreekt. En als de stroom overstroomt, kan ze het snel wegkwijnende
landschap rondom weer vruchtbaar maken.

Nick
Meynen is
auteur
bij EPO

en werkt voor de Global Policies and Sustainability Unit van het
European
Environmental Bureau
,
de grootste federatie van milieu-ngo’s
in Europa.

Voor meer informatie en video interviews, kijk op de site van het European Environmental Bureau.

take down
the paywall
steun ons nu!