Syrisch vluchtelingenkamp aan de grens met Turkije (foto wikipedia.org)

Syrische vluchtelingen, het nieuwe probleem van Turkije

Nadat de oorlog in Syrië was uitgebroken opende de Turkse regering de grenzen voor vluchtelingen. Daardoor verblijven nu officieel iets meer dan een miljoen Syriërs binnen de Turkse grenzen. Het zijn er waarschijnlijk meer. Alleen vluchtelingen met een paspoort worden toegelaten. Lang niet iedere Syriër beschikt daarover, en daardoor is er ook een illegale vluchtelingenstroom op gang gekomen.

woensdag 30 juli 2014 10:57
Spread the love

De omstandigheden in de kampen waar
vluchtelingen in Turkije worden opgevangen stemmen internationale waarnemers
tot tevredenheid. Het gaat er zeker beter aan toe dan in andere landen waar
Syriërs hun heenkomen hebben gezocht. 

Vluchtelingenstatus

Turkije heeft wel zo zijn eigen benadering bij
de opvang van vluchtelingen. Zo krijgen die de status van ‘gast’ in plaats van
vluchteling. Dit betekent dat zij geen beroep kunnen doen op rechten die
volgens internationale afspraken aan de vluchtelingenstatus zijn verbonden.  

In andere opzichten voelt de Turkse staat zich
evenmin gebonden aan regels rond vluchtelingenopvang. Zo dienen
vluchtelingenkampen volgens die regels op minstens 50 kilometer afstand te
liggen van de grens met het land waaruit de vluchtelingen afkomstig zijn. In
Turkije bevinden ze zich op een veel kortere afstand van de grens met Syrië. 

Taner Kilic van de Organisatie voor
solidariteit met vluchtelingen (Mülteci-der) vraagt zich af waarom de opvang
van de vluchtelingen met zoveel geheimzinnigheid is omgeven. In 2012 stuurde de
regering een brief over de vluchtelingenopvang rond binnen haar eigen
gelederen. Buitenstaanders, waaronder Amnesty International, werd inzage
geweigerd. Toen de brief uitlekte bleek daar niets in te staan waar iemand een
probleem mee zou kunnen hebben. Vanwaar die geheimzinnigheid? 

Het duurde ook erg lang voordat NGO’s, media
en oppositiepartijen toestemming kregen om de vluchtelingenkampen te bezoeken.
Zo worden de geruchten niet ontzenuwd dat er terroristen worden opgeleid voor de strijd
tegen het regime van al-Assad. Zeker niet in combinatie met aanwijzingen dat de
AKP (de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling geleid door premier Erdogan) steun biedt aan jihadisten in Syrië. 

UNHCR

Een ander punt is dat de regering de vluchtelingenopvang
zoveel mogelijk in eigen hand wenst te houden. De vluchtelingenorganisatie van
de Verenigde Naties UNHCR wilde bijstand verlenen en drong daar zelfs op aan,
maar Ankara weigerde het aanbod grotendeels. En dat terwijl de UNHCR toch veel
expertise terzake heeft.  

Later draaide de Turkse regering enigszins
bij. Toen wilde men wel financiële middelen van de VN ontvangen voor de
vluchtelingenopvang (wat ondertussen aardig in de papieren loopt, volgens de VN
heeft Turkije daar ondertussen 3,5 miljard dollar aan uitgegeven), maar verdere
assistentie wordt nog steeds beperkt geaccepteerd. Een mogelijke verklaring
voor deze opstelling is dat de AKP de gelegenheid aangrijpt om te tonen dat
Turkije een sterk land is en geen hulp van buitenaf nodig heeft.        

Hatay

Moslims zien het als een religieuze
verplichting om de in nood verkerende medemens te helpen. In het bijzonder als
die medemens tot de islam behoort. Turkse moslims vormen geen uitzondering op
die regel. Toch duurde het niet lang voordat in Turkije bezwaren ontstonden. Aanvankelijk
vooral in de grensprovincie Hatay, waar veel vluchtelingen worden opgevangen. 

Er werd in Hatay tegen de regering geprotesteerd
omdat op de locaties waar vluchtelingenkampen verrezen geen vee meer kon rondlopen.
Vervolgens trof het protest vooral de vluchtelingen zelf. Velen onder hen laten
de kampen achter zich en vestigen zich elders in Hatay. De autochtone bevolking
klaagt dat de huren van huizen daardoor stijgen. Dat valt de Syriërs niet te
verwijten; het zijn de huiseigenaren die proberen er een slaatje uit te slaan. De Syriërs
krijgen het echter wel op hun brood. Een ander verwijt van economische aard is dat
de vluchtelingen bereid zijn om werk aan te nemen voor een loon dat
aanmerkelijk lager ligt dan Turken gewend zijn. Werkloze Turken zouden daardoor
niet aan de bak komen.  

Er zijn meer klachten. Syrische vluchtelingen worden
‘luidruchtig’ en ‘ongemanierd’ genoemd en hebben volgens zeggen ‘teveel
kinderen’. De mannen zouden autochtone vrouwen op straat lastig vallen. Ook wordt
de Syriërs verweten zich niet aan de wet te houden. Ze zouden weigeren te
betalen in restaurants en supermarkten en dan “stuur de rekening maar naar
premier Erdogan” zeggen. Of dit werkelijk gebeurt is de vraag, maar het feit dat zulke verhalen de ronde doen, zegt genoeg. 

Verder beklaagt de bevolking van Hatay zich
over drukte in ziekenhuizen, omdat die overspoeld raken door vluchtelingen. Ook
rijzen er twijfels of het wel echt allemaal Syriërs zijn. Het feit dat veel van de mannen baarden hebben doet sommige mensen denken dat het om jihadisten gaat. Uiteraard zijn de
eerder genoemde geheimzinnigheid rond de vluchtelingenkampen plus de geruchten
dat in de kampen terroristen worden opgeleid niet aan de bevolking in Hatay voorbij
zijn gegaan.  

In het mede door de EU gefinancierde rapport
Syrian refugees in Turkey  wordt het overtrokken
genoemd dat veel vluchtelingen jihadist zouden zijn. Ze lijken in ieder geval
niet onder een noemer te vangen te zijn. Er zijn bijvoorbeeld ook gematigde soennitische
moslims die onder dreiging van fundamentalistische soennieten in Syrië tot
uitwijken naar Turkije werden gedwongen. Maar hoe dan ook, ook in dit geval is de
argwaan onder de bevolking op zich veelzeggend genoeg.  

Kahramanmaras

Naarmate de Syrische vluchtelingen zich over
Turkije verspreiden ontstaan in andere delen van het land soortgelijke
negatieve gevoelens over hen als in Hatay. Op 13 juli jongstleden gingen duizend
demonstranten in de stad Kahramanmaras de straat op om te protesteren tegen de
Syriërs in de stad. Het bleef daarbij niet bij het verwijderen van Arabische
teksten van winkels die door Syriërs worden uitgebaat. Een Syriër in een auto werd
door een woedende menigte aangevallen. Nadat de ruiten van het voertuig waren
ingeslagen, voorkwam de gendarme erger door in de lucht te schieten. Een aantal
demonstranten in Kahramanmaras vormden met hun vingers het teken van de extreemrechtse
Grijze Wolven.  

Een dag na de demonstratie in Kahramanmaras
opende in de stad Adana een groep met stokken en messen bewapende jongeren de
aanval op Syrische winkels. De winkeliers zou kort daarvoor te verstaan zijn
gegeven dat zij de stad zo snel mogelijk moesten verlaten. Later verschenen
berichten dat werkloze jongeren de Syrische winkeliers trachten af te persen.

Weer een dag later kwam het tot een incident
in de stad Gaziantep. Een Syriër in een auto raakte een Turks gezin, waarbij
een vrouw en een kind gewond raakten. De politie moest voorkomen dat de
bestuurder gelyncht werd. Daarop trok een woedende menigte op naar een wijk
waar veel Syriërs wonen en werken. De politie greep ook daar in. Ali Sahin, een
parlementslid van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP)
veroordeelde het incident in Gaziantep en riep de bevolking via twitter op ‘niet
te reageren op provocaties.’  

Istanboel

Syrische vluchtelingen trekken ook naar de Turkse
metropool Istanboel. 67.000 zijn er daar ondertussen. Volgens de officiële
cijfers dan, want schattingen gaan tot 200.000. Sommigen onder hen vinden
huisvesting en werk. Vaak is dat gezien hun kennis van de Arabische taal in de
toeristensector. Istanboell is populair onder toeristen uit Arabische landen en
Arabisch sprekend personeel is daarom welkom.  

Anderen blijven werkloos en daardoor ook
dakloos. Ze bivakkeren in parken en op straat. Op de stoepen van de wijk Fatih
zitten rijen Syrische families te wachten op hulp van de religieus
georiënteerde inwoners van Istanboel.   

De onhygiënische omstandigheden waaronder de
Syriërs zich in de openbare ruimte bevinden wekt ergernis op evenals het toenemend aantal kinderen bij stoplichten. Die
waren er al voor de komst van de Syriërs, want menig Turks gezin ziet zich
gedwongen het kroost de straat op te sturen om aan het levensonderhoud bij te
dragen. Dat doen ze door flesjes water of papieren zakdoekjes te verkopen. Het
verschil met de Syrische kinderen is duidelijk, want die hebben meestal niets
in de aanbieding en bedelen.

Ook tijdens de openbare iftar-maaltijden die
stadsdelen tijdens de ramadan organiseerden krioelde het van de Syrische kinderen.
In het Gezipark hebben de demonstranten van vorig jaar plaats gemaakt voor
tientallen Syrische gezinnen. Tijdens de iftar-maaltijden op het nabijgelegen
Taksimplein probeerden kinderen voedsel te bemachtigen dat de genodigden lieten
liggen. 

Istanboels gouverneur Hüseyin Avni Mutlu zei
dat de kinderen gewaarschuwd zijn, dat ze niet mogen bedelen. Op 15 juli zei
Mutlu dat hij de Syrische vluchtelingen op de straten van Istanboel terug wil
sturen naar de vluchtelingenkampen in Zuid-Turkije. Desnoods onder dwang,
voegde hij daaraan toe. 

Probleem

Toen de AKP-regering in 2011 de deuren opende
voor Syrische vluchtelingen bestond de verwachting dat het regime van al-Assad
binnen afzienbare tijd ten val zou komen. Ook in Ankara werd daar vanuit
gegaan. Als al-Assad eenmaal vertrokken was konden de vluchtelingen terugkeren.
 

Het liep anders. Een grootschalige militaire
operatie in Syrië, waar de AKP op hoopte, bleef uit toen de westerse machten
zich bewust werden van de dreiging die uitging van de tegen al-Assad strijdende
jihadisten. Het einde van de oorlog is daarmee nog lang niet in zicht en een
terugkeer van de vluchtelingen evenmin. Sterker, alles wijst erop dat hun
vestiging in Turkije permanent is. De druk die daarmee op de samenleving komt
te liggen tekent zich de laatste tijd steeds duidelijker af en te vrezen valt
dat dit nog maar het begin is.  

Kortom, Turkije zit met een nieuw probleem waarvoor
de oplossingen niet voor het oprapen liggen.  
    

Volg
Peter Edel op Twitter 

Peter
Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van
Turkije (2012, uitgeverij EPO, Antwerpen)

take down
the paywall
steun ons nu!