Opinie -

Etikettering van producten dreigt illegale nederzettingen te legitimeren

De Belgische regering heeft aangekondigd dat ze een label zal invoeren voor producten afkomstig uit de Israëlische nederzettingen in de Palestijnse bezette gebieden. Een goed bedoelde maatregel, maar met mogelijks onbedoelde negatieve effecten. Het valt te vrezen dat deze maatregel een louter symbolische slag in het water wordt.

woensdag 30 juli 2014 17:59
Spread the love

Het labelen van
producten van Israëlische nederzettingen is de eerste concrete
maatregel van de Belgische regering op de nu al jaren aan de gang
zijnde uitbreiding van de Israëlische nederzettingen. Ze komt enkele
maanden na de invoering, op 19 juli 2013, van EU richtlijnen die het
onmogelijk moeten maken dat Israëlische nederzettingen of
activiteiten in de bezette gebieden nog langer kunnen genieten van
EU-fondsen, giften of leningen.

Dat is een laattijdig, maar logisch
gevolg van de Europese positie dat de nederzettingen illegaal zijn.
Als bezetter is Israël verplicht het internationaal humanitair recht
na te leven, zoals onder meer beschreven in de Vierde Conventie van
Genève (1949) die een bezettingsmacht verbiedt om zijn bevolking te
verplaatsen naar bezet gebied (artikel 49). De Haagse Verdragen
(1907) verbieden een bezettingsmacht permanente veranderingen door te
voeren in het bezette gebied tenzij ze noodzakelijk zijn om militaire
redenen of tenzij ze worden ondernomen ten voordele van de lokale
bevolking, in dit geval dus de Palestijnen.

Deze verbodsbepalingen
zijn gebaseerd op het basisprincipe dat een bezetter slechts
tijdelijk het gezag over een bezet gebied verwerft en geen permanente
soevereiniteit. “De oprichting van nederzettingen voor Israëlische
burgers in de bezette Palestijnse gebieden schendt deze
internationale regels”, zo bepaalde de VN Veiligheidsraad.  Dit werd ook nog eens bevestigd door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag en de EU.

Handel met
nederzettingen is illegaal en maakt ze economisch leefbaar

De handel met de
nederzettingen is cruciaal voor de economische leefbaarheid ervan en
bestendigt de negatieve impact van de nederzettingen op de
Palestijnse gemeenschappen. Hoewel het in absolute termen maar om een
klein deel van de totale Israëlische export gaat, heerst er volgens
de Wereldbank een grote wanverhouding tussen de Europese invoer van
producten uit Israëlische nederzettingen die vijftien keer groter is
dan die uit de Palestijnse gebieden. Per capita uitgedrukt, voert de
EU honderd keer meer in per kolonist dan per Palestijn (zie het
rapport Vrede
Verhandelen
). (1)

Deze ongelijke
economische relaties worden door Israël in stand gehouden en
gestimuleerd. De bezettingsinfrastructuur en allerlei administratieve
maatregelen zorgen ervoor dat een duurzame economische groei in de
bezette Palestijnse gebieden vrijwel onmogelijk is. Bedrijven in
nederzettingen daarentegen kunnen genieten van gulle stimulansen
vanwege de Israëlische overheid.

Door de import van
producten uit de illegale nederzettingen brengen de EU-landen het
streven naar onafhankelijkheid voor de Palestijnen in het gedrang.
Bovendien ondersteunen ze op die manier het behoud en de verdere
groei van de illegale nederzettingen.

Etikettering van
producten uit illegale nederzettingen

Is de etikettering
nu het juiste antwoord op de uitvoer van producten afkomstig uit illegale
nederzettingen? Deze producten dragen momenteel ten onrechte het
label ‘made in Israël’. Voor de consument is het onmogelijk om te
bepalen of het om een product uit Israël of uit de de nederzettingen
gaat. Bovendien is dat in strijd met de Europese Richtlijn op
Oneerlijke Handelspraktijken die bedrieglijke, onjuiste, of
misleidende informatie verbiedt en dus ook het weglaten van
noodzakelijke gegevens die de consument nodig heeft om een
geïnformeerde keuze te maken.

Maar met de
etikettering rijst er een nieuw probleem: het gevaar dat je illegale
entiteiten dreigt te legitimeren door de handel ermee te erkennen en
toe te staan. Een uitgebreid onderzoek van de ULB in opdracht van de
campagne ‘Made in
Illegality
‘ stelt dat België en de EU een illegale situatie niet
wettelijk mogen erkennen. Bijgevolg mogen ze geen economische
relaties ontwikkelen waarbij “Israëls bevoegdheid over de
Palestijnse gebieden zou worden erkend of waarbij er juridische
effecten zouden worden gegeven aan activiteiten in nederzettingen.”

Met andere woorden de etikettering van producten uit illegale nederzettingen zou
een vorm van erkenning kunnen inhouden terwijl België en de EU juist
geacht worden om de commerciële en economische banden met de
nederzettingen door te knippen, zodat ze het internationaal
humanitair recht laten gelden. De correcte juridische houding is dus de handel met de nederzettingen te verbieden.

Slag in het
water?

Wellicht zal de
afgekondigde maatregel vooral een symbolische politieke waarde
hebben. Eerst en vooral gaat het niet om een verplichte maatregel. De
distributieketens hebben de vrijheid om al dan niet het label op de
producten te kleven. Comeos, de Belgische federatie voor handel en
diensten, is alvast van oordeel dat het om een “praktisch niet
uitvoerbare” maatregel gaat en lijkt er dus geen gevolg aan te
willen geven.

Het tweede nadeel
van etikettering is dat de herkomst gemakkelijk kan verhuld worden.
Tivall, de producent van vegetarische producten vermarkt zijn
assortiment in een aantal Europese landen onder de merknaam Garden
Gourmet. Je zal als consument hard moeten zoeken om de uiteindelijke
herkomst ervan te kunnen achterhalen, want Garden Gourmet presenteert
zich als een Europees merk. Tivall beschikt namelijk over een
productiefaciliteit in Tsjechië waardoor de ware herkomst
gemakkelijk kan worden geherdefinieerd. Bovendien gaat het om
samengestelde producten waarbij slechts een deel van de ingrediënten
uit de nederzettingen kan komen.

“Als je als consument effectief politiek en ethisch verantwoord wil kopen, dan laat je best alle producten uit Israël in de winkelrekken liggen.”

Nog een mogelijkheid is dat
productie uit de nederzettingen vermengd wordt met productie in
Israël en zo als Israëlisch product op de markt kan blijven komen.
Het onderscheid tussen Israël en Israëlische nederzettingen is in
veel gevallen erg moeilijk te maken. Tenslotte is het
nederzettingenbeleid een Israëlisch beleid en is het dus eigenaardig
om dat niveau te vrijwaren van maatregelen. Als je als consument
effectief politiek en ethisch verantwoord wil kopen, dan laat je
bijgevolg best alle producten uit Israël in de winkelrekken liggen.

Karig, symbolisch
en onvoldoende

Al bij al blijft het
een erg karige maatregel. Terwijl het blijkbaar gemakkelijk is om
sancties af te kondigen of te bespreken tegen landen als Rusland of
Iran, heerst er een immens taboe op als het gaat over Israël. Een
overheid die een beleid voert met respect voor het internationaal
humanitair recht zou zijn toevlucht moeten nemen tot maatregelen als
een wapenembargo, bevriezing van tegoeden van verantwoordelijken van
oorlogsmisdaden, diplomatieke sancties, opschorten van
handelsakkoorden of wetenschappelijke samenwerking, en dergelijke.
Maar daar ontbreekt de politieke moed en dus krijgt de Israëlische
regering de indruk dat het straffeloos verder oorlogsmisdaden kan
begaan.

(1) Zie ook het
volledige rapport ‘Israëlische
nederzettingen: struikelblok voor vrede’

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!