'Feel my Love': warm en integer portret van mensen met dementie

Drie documentaires DOCVILLE najaar 2014 in uw bioscoop

Drie documentaires die hoge ogen gooiden op Docville 2014 worden dit najaar vertoond in de bioscopen. Goed nieuws want tot voor kort waren distributiekansen Vlaamse documentaires klein tot onbestaande. 'Feel my Love', '9999' en 'Desert Haze' van Griet Teck, Ellen Vermeulen en Sofie Benoot zorgen voor een nieuwe trend.

maandag 21 juli 2014 17:34
Spread the love

De documentaire film is een
categorie die (bijna) uitsluitend met realiteitsbeelden een
filmisch betoog opbouwt. Zijn geschiedenis is zo
oud als die van de fictiefilm. De eerste bewegende beelden van de
Franse broers Lumière waren immers per definitie ‘documentaire’ beelden.

De non-fictie cinema ging na deze pioniers zijn eigen weg, diversifieerde en kende periodes van ups en downs.
Het fenomenale succes van Michael Moore met Bowling for Columbine
en (vooral) Fahrenheit 9/11 haalde het genre uit het slop, waar het eind vorig millennium in was gesukkeld. Plots waren ‘docs’ opnieuw hot. Daar profiteerden tal van documentairemakers van.

Dat bewijst onder meer het Leuvense
documentaire filmfestival DOCVILLE jaar na jaar. Ook filmmakers van
eigen bodem zorgen daar voor kwalitatief sterk werk. Getuige de
stevige nationale selectie van de recentste editie. Drie van
deze documentaires worden dit najaar door Dalton Distribution
uitgebracht in de bioscopen.

Fictie versus
non-fictie

Fictiefilm en non-fictie
cinema gelden als tegenpolen. Fictie als creatieve leugen stoelend op
illusie en verbeelding versus non-fictie als beschrijving van de
realiteit en weergave van de waarheid. Alleen leert de praktijk dat
die zogenaamde tegenstellingen minder strikt zijn dan ze lijken.

De Frans-Zwitserse
filmmaker Jean-Luc Godard – die met zijn recentste films Film Socialisme en Adieu au langage op de scheidingslijn tussen documentaire en fictie balanceert – wees er al op dat wie een documentaire
begint vaak bij fictie uitkomt. En omgekeerd. Terwijl de ‘waarheid’
troebel en ongrijpbaar blijkt.

Zowel speelfilmregisseurs als
documentairemakers creëren immers hun eigen realiteit via een
subjectieve visie op de dingen. De documentaire is een blikopener die ons via het
oog van de cineast naar feiten én fictie laat kijken.

De documentaire is een
non-fictie film die een element van de condition humaine, het
menszijn, belicht. Tot daar de definitie. De tegenstelling
documentaire/fictie leidde echter al tot felle debatten.

Die discussie begon
eerst filosofisch (waarheid versus fantasie), kreeg onder invloed van
Eisensteins Oktober (1928) een politieke dimensie (documentaire
beelden kunnen immers een hoog propagandagehale hebben) en richtte zich door
de explosief geëvolueerde informatiesamenleving op het
problematische karakter van de film (hoe meer we zien, hoe minder we
begrijpen).

Voor velen voert de
documentaire net zoals wetenschap en geschiedschrijving een ‘ernstig
discours’ dat claimt de realiteit te beschrijven en de waarheid te
vertellen. De documentaire laat echter vaak de scheiding tussen feiten
en fictie vervagen én gebruikt een visuele taal met een krachtige,
directe impact. Het beeld kan zorgen voor tranen in de ogen en een
krop in de keel.

De onstuitbare kracht van
documentaire beelden

Griet Tecks documentaire
Feel my love heeft zo’n emotionele impact, ook al is het
allerminst een sentimentele film. Dit intiem en empathisch portret
van mensen met dementie koppelt immers respect voor de mensen die in beeld
komen met een sobere regie.

Teck volgde drie jaar lang, alleen met haar camera,
de bewoners van Huis Perrekes waar mensen met dementie begeleid
wonen. Ze deed dit als getuige, als vlieg op de muur die, zonder inmenging in het dagelijks leven van de gefilmde mensen, de verschillende
stadia van het dementieproces vastlegt. Daarbij geeft ze aan hoe de betrokken mensen en hun verzorgers
omgaan met het verdwijnende geheugen.

Zo komen ochtend- en avondrituelen in beeld,
zien we mensen gewassen worden en afwassen, zijn we getuige van een
verjaardagsfeestje-met-geschenk, worden er in stilte aardappelen
geschild en leven bewoners (onder impuls van een muziektherapeute) op
door zang en pianospel.

Het onderwerp van Feel my love is zwaar. Debutante Griet Teck benadert het echter met een aanstekelijke lichtheid. Ze toont ons een fascinerende wereld waar plaats is voor menselijke
contacten, voor angst, vrolijkheid, stilte, sereniteit, pijn
en tristesse, maar ook voor nuance en zeker voor humor.

Geen
hilarische fratsen maar grappige kleine momenten zijn het. Zoals wanneer de
muziektherapeute Gershwins ‘Summertime’ lanceert en “mmmmmmmmmm”
murmelt i.p.v. “and the livin’ is easy” te zingen waarop een
bewoonster inhaakt met “ja, da’s nogal zever, hé!”. Komisch en
pertinent.

Voer voor de betere bioscoop

Feel my love is wondermooie cinema. Iets
voor de betere cinema of voor onze huisbioscoop” schreven we in
februari. Zie ook onze recensie toen de film werd vertoond op het filmfestival van Rotterdam en daar publiek en pers verraste. 

Toen waren film en cineaste nog onbekend. Ondertussen heeft ook de Vlaamse pers Teck ontdekt en kon Feel my
love
het kritische DOCVILLE-publiek overtuigen. Een ding is duidelijk: wie deze documentaire
ziet wordt er meteen verliefd op.

Het komt er voor de makers dus op aan de film naar
het publiek (of het publiek naar de film) te brengen. Daarom is het
goed dat de nieuwe filmverdeler Dalton Distribution, opgezet door de
mensen achter DOCVILLE, de film wil gaan distribueren en voor 15
oktober 2014 een nationale release voorziet.

Deze verdeler is ook actief is op het vlak
van video on demand en dvd, waardoor de film meer aandacht en
een langer leven kan krijgen. Voor Teck zelf allemaal prima nieuws: haar
debuut wordt langzamerhand een stevig visitekaartje.

Kwaliteit voor een ruim publiek

Feel my love is niet de enige documentaire
van de DOCVILLE-oogst die dit najaar in de zalen zal te zien zijn. In
september staat Desert Haze van Sofie Benoot op het programma
en later volgt nog 9999 van Ellen Vermeulen. Met dank dus aan Dalton Distibution.

Naar eigen
zeggen is deze filmverdeler een project van Fonk Vzw dat organisch
groeide uit de werking van het Internationaal Kortfilmfestival Leuven
en DOCVILLE. Hun missie is duidelijk cinefiel: “Dalton heeft als
doelstelling het filmaanbod in ons land aan te vullen, te kleuren en
te verrijken door een brug te slaan tussen filmmakers en vertoners en een breder publiek te bereiken”.

Kwaliteit voor een breder publiek. Dat beoogt ook
Desert Haze, het sluitstuk van cineaste Sofie Benoots trilogie
over de VS. Na haar cinematografisch verbluffende trips
Fronterismo en Blue Meridian trekt ze nu naar het
mythische westen van Amerika.

Daar stuit ze op contrasten. Het contrast tussen
mythe en realiteit. Tussen heden en verleden, maar ook het contrast
tussen wat schijnbaar het grote niets is – een dor landschap zonder
water en bomen – en het leven dat er toch is. Een tegenstelling die
ook het verhaal is van menselijke aanwezigheid in de Amerikaanse
woestijn.

De troost van lege ruimtes

Als buitenstaander legt Benoot de vinger op de Amerikaanse angst voor open ruimte en de ontkenning van sporen die het verleden nalaat. Desert Haze herinnert aan Gretel Ehrlich essay The Solace of Open Spaces over leven in het ruwe, schijnbare troosteloze Wyoming.

Daar lezen we: “We have only to look at the houses we
build to see how we build *against* space, the way we drink against pain
and loneliness. We fill up space as if it were a pie shell, with things
whose opacity further obstructs our ability to see what is already
there.”
 

In Desert Haze zegt een autochtone Amerikaanse Indiaan dat er leven zit in het landschap. Geesten, het verleden, het geheugen. “It’s not empty,” klinkt het, “het is niet leeg, je bent nooit alleen out there. Er is iets en er zal altijd iets zijn”.

Een andere man wijst ons op de sporen van het verleden in het landschap. Die sporen spreken over de (Oregon) Wagon Trail die westwaarts trok met mensen op zoek naar land, goud of religieuze vrijheid. Hij heeft het over time transparence, doorzichtigheid van de tijd. Het landschap helpt ons om ons in te beelden hoe de mensen vroeger leefden, dachten en droomden.

Bij astronauten op training voor toekomstige Mars-expedities leeft dan weer een angst voor sporen, voor het besmetten van het landschap op Mars. “We moeten uitkijken om niet te vernietigen wat er al is, door onze eigen besmetting te introduceren”.

De parallel met het verleden is overduidelijk en wordt onderlijnd door het transport van huizen die in dit dorre, buitenaards ogend landschap worden gedropt. Een landschap dat er altijd al was, net zoals de indianen die via hun verhalen over interactie met uitgestorven dieren een eeuwenlange aanwezigheid kunnen opeisen.

Niet alles is te deleten

De interventie van de immigranten, zoals het ‘temmen’ van het Westen via prikkeldraad, zou dan weer de relatie tussen mens en omgeving wijzigen. Recentelijk worden dan weer veel sporen gewist in het kader van ‘ruimtelijke ordening’. “They erase the imprint of who was here”, klinkt het, “ze wissen de sporen van wie hier was”.

Maar zoals bij de verwijderde sporen van de concentratiekampen voor Amerikanen van Japanse afkomst die na de aanval op Pearl Harbor werden opgezet in ‘The West; “er zijn graden van verwijdering” zegt een onderzoeker. Niet alles laat zich zomaar deleten. Zoals de sporen van militaire testen die leidden tot kanker bij filmicoon John Wayne en 90 andere cast- en crewleden van Dick Powells in 1956 in Utah gedraaide epos The Conqueror.

Dit zijn enkele van de vele interessante onderwerpen die Desert Haze aansnijdt zonder belerend of demagogisch te worden. Zelfs wanneer er gewezen wordt op een parallel tussen de Japanse kampen en de roep na 9/11 voor kampen voor Amerikaanse moslims. “Angst zet mensen aan om andere mensen op te sluiten,” is de conclusie..

Verder worden er in Desert Haze ook Japanse countryzangers en archeologen opgevoerd, zonder dat de film een rariteitenkabinet wordt. Het blijft allemaal poëtisch, complex en een tikkeltje magisch.

Het buikgevoel van de documentairemakers

Bij Desert Haze denken we aan de commentaar
die documentairemaker Chris Marker schreef bij Le Joli Mai:
“de waarheid is misschien niet het doel, maar wel de weg”. Maar
ook wat Hubert Sauper zei n.a.v. zijn documentaire Darwin’s
Nightmare
: “Film kan als een radiografie werken. Het laat me
toe om jou te zien, maar ook wat in jou zit, en dat interesseert me”.

Net zoals Feel my love is Desert Haze
een film die vanuit een buikgevoel gemaakt is. Sofie Benoot en Griet
Teck zijn cineastes die hun instincten volgen en op zoek gaan naar
ontmoetingen. Ze bezorgen ons als kijker op niet belerende en
intuïtieve wijze informatie die een nieuw licht op de dingen werpt.
Met een mix van verwondering, fascinatie en empathie.

De docs van Teck, Benoot en Vermeulen zijn heel terecht hot! En
klaar voor het ruimere publiek dat hen hopelijk dit najaar te beurt
valt.

take down
the paywall
steun ons nu!