De G20 weigeren nog steeds hun belastingsystemen te harmoniseren om grootschalige belastingontwijking door multinationals te voorkomen (foto Gobierno de Mexico).

Revolutionair rapport IMF over belastingontwijking multinationals

Het IMF waarschuwt ongemeen scherp tegen belastingontwijking en de gevolgen voor ontwikkelingslanden. Ook de theorie die ten grondslag ligt aan de heersende belastingsystemen, krijgt ervan langs.

zondag 29 juni 2014 13:14
Spread the love

Ontwijking
is vooral mogelijk doordat landen hun belastingregels niet op elkaar
afstemmen. Zo kunnen multinationale bedrijven hun winsten opgeven bij
de landen met de soepelste regels, ook al vinden hun activiteiten
elders plaats.

“Dit
is, eerlijk gezegd, een revolutionair rapport”, zegt Jo Marie
Griesgraber, directeur van de New Rules for Global Finance Coalition,
een mondiaal netwerk dat in Washington gevestigd is. “Het kijkt
heel nauwkeurig naar verschillende aspecten van belastingbeleid en
laat overal zien hoe het negatief uitpakt voor ontwikkelingslanden.
Uiteindelijk zegt het dat de traditionele belastingtheorie niet
gefundeerd is op empirische kennis.”

Gaten

“Onze
medewerkers in ontwikkelingslanden lopen vaak tegen grote
inkomstenverliezen aan door gaten en zwakheden in het internationale
belastingregime”, zegt Michael Keen van de afdeling
belastingzaken van het IMF in een verklaring. “In sommige
gevallen gaat het om tien tot vijftien procent van het totaal aan
belastingopbrengsten in een land. Het rapport komt met nieuw bewijs
dat deze effecten voor ontwikkelingslanden structureel sterker zijn.”

De
tarieven voor vennootschapsbelasting zijn in alle landen gekelderd
tijdens de voorbije decennia. In ontwikkelingslanden is het gemiddeld
nog dertig procent, tegen vijftig procent in 1980. In rijke landen is dat nu
twintig procent tegen veertig procent in 1980. Sinds de kredietcrisis is de
discussie losgebarsten over hoe de belastingopbrengsten weer kunnen
groeien en hoe het creatieve boekhouden van bedrijven tegengegaan kan
worden. Rijke individuen en bedrijven sluizen misschien wel 14,6
miljard euro door naar andere landen om maar geen nationale belasting
te hoeven betalen.

Vooral
in ontwikkelingslanden komt dit effect hard aan. Het rapport probeert
het zogenaamde spillover-effect te berekenen, het effect van
belastingregels in het ene land op het andere land, door wat
feitelijk belastingconcurrentie is. Multinationals weten steeds beter
hoe ze hun activiteiten juridisch goed kunnen “verhuizen”
naar het land met de laagste tarieven.

Weinig
betekenis

Het
probleem is dat belastingregels op dit moment gebaseerd zijn op een
bepaalde verdeling tussen waar een bedrijf zijn “vestiging”
heeft en waar de “bron” van inkomsten is, aldus het IMF.
Dat zijn concepten die in een tijd van globalisering niet veel meer
betekenen.

Vooral
voor ontwikkelingslanden is het van belang wat de belastingverdragen
afspreken over de precieze verdeling, want dat zijn vaak
“bronlanden”. Daardoor is het spillover-effect voor deze
landen twee tot drie keer zo sterk als voor rijke landen, berekent
het IMF. Het probleem is het grootst in de grondstoffenindustrie,
zegt het rapport, waar bijna alle inkomsten verloren gaan door
belastingontwijking. Ook de telecommunicatiesector is problematisch.

Het
IMF waarschuwt ontwikkelingslanden zeer voorzichtig te zijn met
bilaterale belastingverdragen en adviseert hun om investeringen
liever op andere manieren aan te moedigen. Het rapport heeft daarmee
ook duidelijke kritiek op rijke landen, vindt Diarmid O’Sullivan,
een belastingexpert bij ActionAid. “Het is een duidelijke
boodschap aan kapitaal exporterende landen om hun belastingregels te
veranderen zodat ze niet ondermijnend zijn voor de mogelijkheid van
arme landen om inkomsten te verwerven.”

Mondiale
afspraken

Wat
nodig is, is onder meer een automatische uitwisseling van
beleidsinformatie tussen landen. Dan zou veel duidelijker zijn waar
de gaten en discrepanties zitten. Dit is iets waar ook de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) aan werkt,
al heeft die de ontwikkelingslanden tot nog toe niet bij het plan
betrokken.

Volgens
sommigen zou dit ook moeten leiden tot een strenger internationaal
kader voor belastingbeleid. Met een wereldbelastingautoriteit
bijvoorbeeld, zoals jaren geleden al werd bepleit betoogd door
personeelsleden van het IMF. Zo’n autoriteit zou kunnen zorgen voor
minimumstandaarden, om belastingconcurrentie tussen landen te
voorkomen, en zou een mechanisme kunnen opzetten om klachten te
behandelen tegen landen die een schadelijk beleid volgen. De
rapporten van het IMF en de OESO zullen in november door de G201
worden besproken.

IMF Issues “Revolutionary” Warning on Corporate Tax Avoidance

IMF Policy Paper: Spillovers in International Corporate Taxation 

1 De
G-20 verenigt de ministers van Financiën en de voorzitters van de
centrale banken van Argentinië, Australië, Brazilië, Canada,
China, Frankrijk, Duitsland, India, Indonesië, Italië, Japan,
Zuid-Korea, Mexico, Rusland, Saoedi-Arabië, Zuid-Afrika, Turkije,
Groot-Brittannië, VS en EU (met Spanje als ‘permanente gast’).
Opgericht in 1999. Zwaar bekritiseerd door de andersglobalistische
beweging.

take down
the paywall
steun ons nu!