Opinie -

Beter onderwijs voor iedereen!

De Vlaamse organisaties die werken met kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie, geruggensteund door het Netwerk tegen Armoede, Samenlevingsopbouw Vlaanderen en Unicef België, willen enkele dagen voor de verkiezingen de urgentie van de onderwijshervorming onderstrepen.

donderdag 22 mei 2014 11:43
Spread the love

In Vlaanderen
verlaat één op de zeven jongeren de
school zonder diploma. Dat is een gemiddelde: in Gent, Genk, Mechelen
en Oostende loopt dat op tot meer dan één op vijf, en in de stad
Antwerpen zelfs tot één op vier jongeren

Maar de problemen
beginnen veel vroeger: in Vlaanderen loopt meer dan 15 procent van
de kinderen al in het basisonderwijs schoolse vertraging op (in
steden als Gent en Antwerpen stijgt dat tot meer dan 22 procent). Die
schoolse vertraging kankert dan verder in het secundair onderwijs:
gemiddeld 28 procent over heel Vlaanderen, 33 procent in Gent en
bijna één op twee in Antwerpen. Nog eens, dit zijn gemiddelden. De
cijfers worden slechter naarmate je de reële waterval afdaalt. In
het TSO zijn ze nog moeilijk aanvaardbaar en in het BSO zelfs erg
bedenkelijk. In het deeltijds beroepssecundair onderwijs zijn er 30
procent problematische spijbelaars (meer dan 30 dagen ongewettigd
afwezig). En er zijn heel grote verschillen tussen scholen.

Het Vlaamse
onderwijs mag het dan goed doen voor de grote meerderheid van de
kinderen en jongeren, voor een grote minderheid van de kinderen en
jongeren slaagt het niet in zijn opdracht. Dat gaat gepaard met
kwetsing van ouders en vooral van kinderen en jongeren die de
negatieve ervaringen soms een leven lang met zich meedragen. En er is niet
alleen de emotionele kwetsing van een geschokt zelfvertrouwen. Een
ongelukkige schoolcarrière hypothekeert ook de kansen van jongeren
op de arbeidsmarkt en roept dreigende kansarmoede op.

De jongste weken
hield het onderwijsthema voortdurend de aandacht van de media: België
zakt in de wereldranking inzake onderwijs, 371.000 zorgvragen voor de
CLB’s in Vlaanderen, een kloof van zes leerjaren tussen de sterkste
en zwakste vijftienjarige leerling in Vlaanderen, het Pisa-rapport in
vraag gesteld,… De publieke opinie wordt met cijfers, gemiddelden en
rankings bestookt, waarna dezelfde resultaten of het onderzoek zelf,
al dan niet terecht, bekritiseerd of genuanceerd worden.

We zien met lede
ogen hoe het onderwijsdebat verglijdt naar een soort whodunit. Ligt
het aan de leerkrachten, aan de directies of inrichtende machten, of
misschien wel aan een falend beleid of verouderde structuren, of aan
te behoudsgezinde vakbonden of politiek? Of aan de media en politieke
partijen die de rankings simplificeren en ‘onderwijs’ als
verkiezingsthema soms wat gratuit najagen? Of ligt het – als
staaltje van verantwoordelijkheid afschuiven – aan
de ouders die hun kinderen en jongeren niet genoeg kunnen steunen in
hun schoolcarrière?

De cijfers van de
vroegtijdige schooluitval of schoolse vertraging, van tuchtdossiers
of spijbelaars, trekt niemand in twijfel. Die liegen niet: de
toekomstperspectieven van grote groepen jongeren zijn ernstig
bedreigd. Hoe lang laten we die tijdbom nog tikken?

De vraag is al
lang niet meer of er wel hervormingen nodig zijn. En al evenmin of
het Vlaamse onderwijs tot de wereldtop moet behoren voor wiskunde of
Latijn. De vraag is hoe het onderwijs mee kan zorgen dat élke
jongere álle kansen krijgt om een volwaardige plek in onze
samenleving te verwerven én te behouden. En ja, dat is een opdracht
voor de volgende Vlaamse regering en het volgende Vlaams Parlement.
En ja, dat is een opdracht voor onderwijsnetten en inrichtende
machten, directies en leerkrachten. En ja, het is mogelijk om het
onderwijs zo te hervormen dat iedereen er beter van wordt, zowel snel
als traag lerende jongeren, zowel geëngageerde leerkrachten als
leerkrachten die meer ondersteuning nodig hebben.

Zonder de nodige
moed van politici, directies, leerkrachten en onderwijsvakbonden zal
het niet lukken, ook dat is zeker. Maar betalen we echt liever de
prijs van de status-quo door verantwoordelijk te blijven voor het
verlies van grote groepen kinderen, jongeren en hun ouders? De
cijfers liegen niet en de gevolgen voor de jongeren, hun ouders en de
maatschappij worden elk jaar zwaarder. Hoe lang willen we die
maatschappelijke kost nog voor ons uit schuiven?

Latifa Amezghal,
algemeen coördinator CMGJ

Jan Deduytsche,
coördinator Uit De Marge

Patrick Mangelinckx,
directeur Jes

Hilde Omblets,
regiodirecteur Groep INTRO

Chris Truyens,
directeur Samenlevingsopbouw Vlaanderen

Frederic
Vanhauwaert, coördinator van het Netwerk tegen Armoede

Erik Vanwoensel,
algemeen coördinator Arktos

Ben Verstreyden,
directeur Lejo

Yves Willemot,
algemeen directeur Unicef België

take down
the paywall
steun ons nu!