Sicilië blijft vechten tegen de stereotypen
Opinie - Sarah Vantorre

Sicilië blijft vechten tegen de stereotypen

Precies eenendertig jaar geleden publiceerde het Siciliaanse antimaffia-maandblad I Siciliani een artikel over 'The Godfather', ondertekend door zijn vaste filmcriticus, Elena Brancati. Het stuk verscheen naar aanleiding van de uitzending van de eerste twee delen van de trilogie, prime time, door de openbare omroep.

donderdag 15 mei 2014 11:28
Spread the love

DeWereldMorgen.be

Brancati uitte haar verontwaardiging over wat
zij “een grootschalige misleiding van de publieke opinie” noemde.
Niet omdat ze vreesde dat miljoenen kijkers na het bekijken van de
films opeens dure maatpakken zouden beginnen dragen of dat ieder
klein boefje spontaan zijn diensten zou aanbieden bij een of andere
plaatselijke boss. Wel omdat de films de aandacht van de
gewone burger zouden afleiden van het reële gevaar dat hem boven het
hoofd hing op dat cruciale moment in de geschiedenis van de
antimaffiabeweging.

Uit The Godfather part I en II hadden
de meer dan twintig miljoen kijkers namelijk alleen kunnen afleiden
dat de Siciliaanse maffia voor groot spektakel zorgde, dat ze
zogezegd alleen geweld gebruikte tegen de ‘slechte mafiosi’
die het echt verdiend hadden en dat er gelukkig ook ‘goede mafiosi’
bestonden die aanvankelijk gekant waren tegen de heroïnehandel.

De
doorsnee Italiaan hoefde in geen geval wakker te liggen van wat de
maffia aanrichtte. Brancati haalde een hele lijst boven aan
documentaires en films die de kritische geest van de kijker wél
trachtten te stimuleren door hem te confronteren met het ware gezicht
van de maffia. Cento giorni a Palermo van Giuseppe Ferrara, Salvatore Giuliano
van Francesco Rosi en La Violenza: quinto potere van Florestano
Vancini dporbraken juist alle folkloristische clichés, 

The Godfather part III bestond op dat moment nog
niet, maar zou nooit in dat soort filmografieën opduiken. De film
springt daarvoor te slordig om met historische feiten en zet de
kijker op geen enkele manier aan het denken over het reële gevaar
van het evoluerende maffiafenomeen.

Waarheid

In het artikel “Antimaffiacampagne” (De Standaard
van 9 mei 2014) bezingt Steven De Foer de lof van de trilogie. Dat de
film door de acteerprestaties van Andy Garcia of door zijn spannende
plotwendingen zijn Oscarnominaties wel verdiend had, staat hier
buiten kijf. Er is uiteraard ook niks mis met een lofzang op het
maffiaepos die de Canvaskijker warm moet maken voor The
Godfather part III
. Maar suggereren dat het een poging was tot
antimaffiacampagne, is incorrect en ongepast.

Het minimaliseert het
engagement van mensen zoals Giuseppe Fava, de oprichter en directeur
van I Siciliani, die door Cosa Nostra vermoord werd omdat hij de
waarheid over de organisatie aan het licht had durven brengen.
Francis Ford Coppola maakte dat derde deel ongetwijfeld omwille van
de vele filmprijzen en de honderden miljoenen dollars die de eerste
twee films hadden opgeleverd. Door Michael Corleone hierin te laten
boeten voor zijn zonden, volgde hij simpelweg de regels van de hollywoodiaanse gangsterfilm: na een indrukwekkende
rise kan een slechterik zich nu eenmaal verwachten aan een
melodramatische fall.

Stereotiep

Jammer genoeg is de miskenning van de gevaren
van de maffiacultuur, zoals die in The Godfather te zien is, zelfs
tot in het hart van Sicilië doorgedrongen. In het historische
centrum van Palermo vind je tientallen souvenirwinkels waarin je kunt
zien dat The Godfather een folkloristisch merk is waar nog
steeds ontzettend veel geld aan verdiend wordt. Gelukkig zijn er in
Sicilië ook heel wat antimaffia-organisaties actief die op een
positieve manier trachten de toeristen van dit folkloristische en
stereotiepe beeld af te helpen. Zo is er het culturele project
“Addiopizzo Travel”, dat toeristen wil overhalen tijdens hun
vakantie in Sicilië uitsluitend te overnachten, te eten en souvenirs
te kopen bij ondernemers die weigeren beschermingsgeld te betalen aan
de maffia.

Vorig jaar verscheen hun eerste reisgids langs plaatsen
waar de geschiedenis van de strijd tegen de maffia werd geschreven.
In Corleone werd veertien jaar geleden het C.I.D.M.A. (het
Internationale Maffia- en Antimaffiacentrum) uit de grond gestampt om
aan de duizenden Godfather-pelgrims te kunnen tonen hoe ver de
realiteit verwijderd staat van de trilogie. En dat doet het onder meer
aan de hand van een eenvoudige fototentoonstelling met schrijnende
taferelen die van de jaren 1970 tot 1990 door persfotografe Letizia
Battaglia werden vastgelegd om de publieke opinie te confronteren met
de totale wanhoop en het bloedbad dat de échte clan uit Corleone
aanrichtte. 

Europarlementslid Rita Borsellino zet zich
sinds de aanslag op haar broer Paolo (antimaffia-magistraat en een
van de bekendste slachtoffers van de echte Corleonesi) in voor de
antimaffia-educatie van de jongere generaties. Door te zeggen dat zij
hierdoor sowieso geen spannende maffiafilm kan appreciëren, haalt De
Foer een wel heel gemakkelijke dooddoener boven om een discussie over
de maatschappelijke relevantie van The Godfather uit de weg te gaan.

Sarah Vantorre is doctoraatsstudent verbonden
aan de onderzoeksgroep Literatuur van de Moderniteit van de
Universiteit Antwerpen. Ze schrijft een doctoraat over het literaire
oeuvre van Giuseppe Fava.

take down
the paywall
steun ons nu!