Turks-Armeense activisten tonen foto's van hun voorouders, gedood tijdens de massamoorden van 1915 (foto IPS/Joshua Kucera/EurasiaNet).

Turkije en Armenië: zijn spijtbetuigingen Erdogan een keerpunt?

Turkse Armeniërs verwelkomen de spijtbetuigingen van de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan voor de massamoord op Armeniërs 99 jaar geleden tijdens het Ottomaanse tijdperk. De meningen zijn echter verdeeld als het gaat om de vraag of Erdogans woorden zullen leiden tot daadwerkelijke verzoening.

zaterdag 3 mei 2014 17:31
Spread the love

Erdogans
opmerkingen, op 23 april 2014, gingen niet zover dat hij erkende dat
er sprake is geweest van een genocide bij de moord op tussen 600.000
en 1,5 miljoen Armeniërs in 1915. Op die erkenning wacht de Armeense
regering al sinds de onafhankelijkheid van Armenië in 1991.

Erdogan
plaatste de tragedie, zoals van Turkse zijde traditioneel wordt
gedaan, in het perspectief van de chaos van de Eerste Wereldoorlog –
een periode waarin Ottomaanse burgers van elke nationaliteit in grote
aantallen het leven lieten. Desondanks kwamen zowel de timing als de
inhoud van Erdogans opmerkingen als een verrassing. Op 24 april
herdenken de Armeniërs de genocide.

Keerpunt

“Het
is een keerpunt in de geschiedenis”, zegt Yildiz Onen, een
Armeense activist uit Istanboel en een van de sprekers tijdens de
kleine herdenkingsceremonie op 24 april bij het treinstation
Heydarpasa in de stad. Vanuit dat station werden op 24 april 1915
meer dan tweehonderd Armeense intellectuelen op de trein gezet, het
land uit. Een actie die de Armeniërs nu zien als het begin van de
genocide.

“Het
is een grote verandering”, zegt ook Garo Palian, lid van de
centrale commissie van de Democratische Volkspartij van Turkije. “Dat
er spijt betuigd wordt over wat gebeurd is, is het belangrijkste uit
de verklaring.”

Niet
alle sprekers van de ceremonie in Istanboel waren onder de indruk van
de woorden van Erdogan. Turkije moet “verdergaan dan lege
spijtbetuigingen en stappen zetten naar erkenning en compensatie”,
zegt Raffi Hovannisian, een Armeens politicus en voormalig
presidentskandidaat.

Het
feit dat Hovannisian zich hierover in het openbaar kon uitspreken
tijdens een herdenkingsbijeenkomst over de tragedie van 1915, is op
zichzelf een teken van verandering in Turkije. In 2005 werd schrijver
Orhan Pamuk nog vervolgd op grond van het beruchte artikel 301 van de
Turkse Strafwet, voor het “belasteren van de Turkse identiteit”.
Pahmuk had in een interview met een Zwitsers tijdschrift gezegd dat
er “een miljoen Armeniërs waren vermoord.”

Een
jaar later werd schrijfster Elif Shafak beschuldigd op grond van
hetzelfde wetsartikel. Zij kaartte de genocide aan in haar boek De
bastaard van Istanboel
. Beide schrijvers werden niet veroordeeld.

Nationaal
verhaal

De
Turken beginnen verantwoordelijkheid te nemen voor wat in 1915 is
gebeurd en de overheid volgt, zegt Onen. “De Turkse samenleving
verandert, en vanuit de samenleving groeit de druk op de regering”,
zegt hij.

Kritische
media en vrije meningsuiting werden in de afgelopen jaren echter hard
aangepakt door Erdogan, vooral bij kritiek op de regering. Tegelijkertijd is er meer ruimte ontstaan voor debat
over gevoelige kwesties als de status van Armeniërs en Koerden.

Tientallen
jaren lang omhelsde de overheid een “nationaal verhaal dat een
compleet wereldbeeld creëerde rondom de Eerste Wereldoorlog, een
beeld van dreiging en verraad door buitenstaanders en door insiders
zoals de Armeniërs”, zegt Jenny White, verbonden aan het
Instituut voor Turkse Studies van de Universiteit van Stockholm in
een interview met EurasiaNet.org.

“De
AKP, de partij van Erdogan, heeft dit verhaal losgelaten ten gunste
van een meer expansief verhaal over Turkije als erfgenaam van een
wereldrijk met uitgestrekte, flexibele grenzen waar ook voormalige
vijanden zoals Griekenland en Armenië binnenvielen, en minderheden
in Turkije”, zegt White. Erdogans nieuwe verhaal werd in de
afgelopen maanden echter uitgedaagd door de druk op kritische media
en een opleving van de “retoriek van angst en verraad door
buitenstaanders en ontrouwe insiders”.

Bekrachtigen

Erdogans
verklaring over de gebeurtenissen in 1915 kunnen wijzen op een poging
het verhaal te sturen in de richting van een meer geglobaliseerd
Turkije. “Dat is een grote en positieve stap”, zegt White.
Een belangrijk moment voor de discussie over Armeense kwesties, zegt
Onen, was de moord in 2007 op de Armeense journalist Hrant Dink, door
een jonge Turkse nationalist. Tijdens de begrafenis van Dink liepen
ongeveer 200.000 mensen mee in een tocht, terwijl ze We zijn
allemaal Armeniërs
zongen.

“Er
kwam al langzaam meer openheid, maar die begrafenis was, ongelukkig
genoeg, de grote stap”, zegt Onen. De rechtszaak tegen de
moordenaars van Dink werd echter gezien als een farce, door zowel de
Armeniërs als internationale waarnemers.

Armeense
activisten in Turkije vinden dat Erdogan zijn verzoenende woorden
moet bekrachtigen met actie tegen veiligheidsmensen die betrokken
zijn geweest bij de moord op Dink. “Als hij dat doet, weten we
dat zijn speech oprecht is geweest”, zegt Palian.

Turkey and Armenia: Are Erdo?an’s “Condolences” a Turning Point?

take down
the paywall
steun ons nu!