Open brief aan de knieholtes van Ben Weyts
Opinie - pieter de buysser

Open brief aan de knieholtes van Ben Weyts

Ik richt me tot jullie. Ik ben me bewust van het tevergeefse van deze betrachting, want jullie figureren niet in een fabel, nee, jullie zijn wat jullie zijn : knieholtes van Ben Weyts. Daar valt niet over, laat staan mee te redetwisten.

dinsdag 22 april 2014 16:15
Spread the love

DeWereldMorgen.be

Nochtans, als ik me enige hoop permitteer
aangaande Ben Weyts, dan betreft het jullie, zijn knieholtes. Ik hoop op
jullie. Ik vertrouw jullie. Ik geloof in jullie. Enkele weken geleden
genoot ik samen met Ben Weyts van een bordje paling in de brasserie van
Bozar.

Aanleiding was de vrees bij de mensen van De Buren en het VTI dat
kunst en cultuur afwezig zouden blijven tijdens deze
verkiezingscampagne. Om daar iets aan te verhelpen nodigden ze
kunstenaars en politici uit om met elkaar kennis te maken. Ik had het
strootje Ben Weyts getrokken. Ik keek er erg naar uit. Een nazaat in
rechte lijn van de Vlaamse beweging. Waar zitten die sporen van een
bevlogen cultureel idealisme dat zich onverkort inzet voor ontvoogding
en emancipatie? 

Ik ben dan ook dankbaar voor de historische verdienste
van de Vlaamse beweging en ik maak graag gebruik van haar
verwezenlijkingen. Toen we kennis maakten zei hij blij verbaasd te zijn
dat “iemand van de cultuur” een NVA-politicus een hand durfde te geven.
Ik voelde niet de neiging me te verontschuldigen namens collega’s en
bood hem mijn tweede hand. Niemand hoeft te leven met het gevoel een
paria te zijn. Zeker niet iemand die feitelijk tot het establishment
behoort.

Ik zei: we zijn beide democraten, laat ons het gesprek
beginnen. Hij bleek het niet gewend te zijn om zonder ironie
aangesproken te worden, en hij begon te bewijzen hoe democratisch hij
wel was. Waarop ik niet anders kon dan ook dit ernstig nemen en zodoende
moest ik hem in herinnering brengen dat democratie bestaat uit het
leven met het georganiseerde meningsverschil.

Bijvoorbeeld:  we leven
samen in een democratie genaamd België, hier is een gemeenschap die een
andere taal spreekt en waar een meerderheid op dit moment andere
politieke prioriteiten heeft dan in het Noorden van het land. 

Wie over
dit verschil zegt dat we het nu eindelijk maar eens moeten erkennen: “in
ons land zijn twee democratieën, splitsen dus,” die geeft het meest
pijnlijke bewijs de quintessens van de democratie niet aan te kunnen.
Die slaat op de vlucht voor waar het om draait en die pleit de facto
voor het opschorten van de democratie.

Ik was door lichte gene overmand
deze man die zich erfgenaam noemt van de Vlaamse beweging en intussen
beroepspoliticus van de grootse partij van Vlaanderen is, te moeten
uitleggen dat democratie net bestaat uit het omgaan met die onenigheid,
uit het organiseren van dat lastige verschil. Hij vond dat ik spijkers
zocht op laag water. 

De lunch was verrukkelijk, gelardeerd met
verscheidene amuse-gueules. Ik heb tot ons beider plezier wel tien keer
moeten ontkennen dat ik Belgisch nationalist ben, hij scheen dat maar
niet te willen geloven. Het bestaan van een wereld waar je als Vlaming
noch Vlaams nationalist noch Belgisch nationalist bent, leek hem
volstrekt ongerijmd.

Hij opperde schalks dat ik dan vast zo’n
ontwortelde snobistische kosmopoliet ben. Ik zei hem dat dit comfort me
vreemd is: ik kan enkel wonen bij mijn geliefden en in het werk dat ik
maak, maar dat werk is wel geworteld in een gemeenschap, soms is die
gemeenschap Vlaams, maar vaker  trekt die zich van landgrenzen niets
aan. En voor de rest: zand in mijn schoenen en planeten die botsen met
mijn verstand. In de ogen van veel Vlamingen ben ik intussen niet meer
elitair maar ben ik een rat, een knaagdier dat aan hun begroting en aan
hun gedachtegoed zit.

“Allez, smakelijk dan.”

Hij zou de hele middag die schertstoon maar niet van zich afgeschud
krijgen. Hij grapte dat hij nadien de rekening wel zou betalen: “Met de
visa  van den NVA. Man, gaat dat maar eens uitleggen aan uw
bobo-vriendjes, het zal rap gedaan zijn met uw carrière zeker? Dat
compromitteert u hé vriend!”.

Toen legde ik hem voor dat we aan het
begin van de 21ste eeuw  te maken hebben met nakende
ecologische catastrofes en sociaal-economische rampen, dat geen
verstandig mens dit nog in twijfel trekt, en dat de Vlaamse republiek
daar met de beste wil ter wereld niet het gepaste antwoord op kan zijn. 
Daarop zei hij dat ik precies de wereld wilde verbeteren: “Gewoon voor
uw stoep vegen, als wij hier onze eigen democratie op orde hebben, dan
zal’t al wel goed zijn zeker?”

Ik was te verbaasd door dit antwoord
zodat ik hem niet meer heb gevraagd hoe volgens hem het verbeteren van
de werkomstandigheden van de directeuren, de onderdirecteuren, de
directiesecretaresses en desgewenst het hele junior mangement-team van
de Vlaams KMO’s ertoe zouden bijdragen dat binnen de streek Vlaanderen,
de democratie rechtvaardiger en ecologischer zou worden.

We praatten nog
wat maar de rest van de middag dacht ik in stil verdriet terug aan de
tijd toen de Vlaamse strijd nog een gerechtvaardigd sociaal gevecht was.
In welomlijnde stadia in de ontwikkeling van een volk kan nationalisme
inderdaad een emancipatorische kracht van betekenis zijn. Het is alleen
een kwestie van timing.

Hij vertelde dat hij nochtans van opera houdt. Als federaal
parlementslid –een parlement dat hij ten andere wil afschaffen- geniet
hij van een gratis abonnement op de Muntschouwburg. Ik gunde hem dit van
harte. Laat ons het koesteren. Zijn gebruik van één gratis abonnementje
is een schamel restant van het brede culturele élan dat de Vlaamse
beweging ooit voor ogen had.

Het gesprek verliep voorts uiterst joviaal, we waren voor geen mopje verlegen.

Maar jullie, beste knieholtes, op jullie stel ik mijn hoop, mijn
vertrouwen en mijn geloof. Het gaat me niet alleen om de buigzaamheid
die jullie deze man kunnen geven, het gaat me om de ruimte die wij
delen. Jullie bestaan door een leemte, een niet te markeren gemis.

Jullie zijn net als de ruimte die kunst in neemt: niet materieel maar
moest deze afwezigheid afwezig blijven zouden wij allemaal over die
stijve benen van mekaar struikelen en dat zou onder meer de kosten van
de sociale zekerheid onnodig de hoogte in drijven.

Jullie zijn de
uitdijende ruimte van het “nog niet”. Jullie delen de plaats van de
kunst. Jullie kunnen iemand door de knieën doen gaan, in verdriet, in
verrukking, in schaamte …

Er is geen valide mens die geen knieholte
heeft. Jullie zijn het bewijs dat kunst het meest democratische is.
Daarom wil ik met jullie praten, over jullie praten. Wij moeten spreken
over het verbijsterende wonder in leven te zijn,  over de vreugde en
over het ongerijmde verzet tegen de fataliteit van de dingen. Daar waar
iedereen zwijgt, moeten wij het doen.

Pieter De Buysser is toneelschrijver, regisseur, filmmaker en filosoof. 

In de aanloop naar de verkiezingen van 25 mei zetten VTi en deBuren vijftien ontmoetingen op tussen politici en kunstenaars. Meer info:  hier

take down
the paywall
steun ons nu!