Pensioenplan N-VA kan leiden tot 275 euro minder pensioen per maand
Opinie -

Pensioenplan N-VA kan leiden tot 275 euro minder pensioen per maand

Het pensioenvoorstel van de N-VA snijdt diep in de pensioenrechten van de hardwerkende Vlaming. De invoering van de pensioenmalus komt voor vele Vlamingen neer op de onteigening van een kwart van de opgebouwde pensioenrechten.

woensdag 16 april 2014 16:39
Spread the love

DeWereldMorgen.be

De afschaffing van het brugpensioen en de inperking
van de gelijkgestelde periodes komt voor vele Vlamingen neer op een
daling van het pensioen met 200 EUR.

Het
plan V van de N-VA stelt drie concrete besparingsmaatregelen voor: de
invoering van een pensioenmalus, de afschaffing van het brugpensioen
en de inperking van de gelijkgestelde periodes. “Het
pensioen moet belonen wie gewerkt heeft”,
zo stelt het plan. Maar de concrete besparingsmaatregelen gaan net de
tegenovergestelde richting uit.

Invoering
van een pensioenmalus: onteigening van een kwart van de opgebouwde
pensioenrecht bij één
tiende minder lang werken

De
belangrijkste besparingsmaatregel die de N-VA wil invoeren, is de
pensioenmalus. Dit systeem straft de werknemer die zijn pensioen
opneemt vóór
de leeftijd van 65 jaar. Deze maatregel viseert de overgrote
meerderheid van de hardwerkende Vlamingen. Slechts een minderheid
slaagt er immers in om effectief actief te blijven tot de leeftijd
van 65 jaar. De redenen zijn divers: het werk verliezen en geen werk
meer vinden als oudere werknemer, ziekte, chronische vermoeidheid,
gebrek aan aangepaste werkvormen voor oudere werknemers, …

De
sanctie die de N-VA wil invoering bestaat uit een permanente
onteigening van de opgebouwde pensioenrechten met 5% per jaar. Iemand
die op pensioen gaat op de leeftijd van 60 jaar, verliest dan 25% van
zijn opgebouwde pensioenrechten. Deze maatregel is vergaand. Een
werknemer met een netto pensioen van 1.100 euro –
de
mediaan voor werknemers en dus de realiteit voor veel hardwerkende
Vlamingen –
ziet
zijn pensioen verlaagd tot 825 euro. Dat is maar liefst 275 euro per
maand minder voor de rest van uw leven.

De
maatregel is niet alleen vergaand, maar ook oneerlijk. Wie begint te
werken op zijn 18 jaar, kan op zijn 60ste
jaar meer dan 40 pensioenaanspraakverlenende loopbaanjaren hebben
opgebouwd. Vijf jaar langer werken zou nog een dikke 10% extra
pensioen opleveren (5/45ste). Vijf jaar minder lang werken wordt door
de N-VA gesanctioneerd met een onteigening van opgebouwde
pensioenrechten met maar liefst 25%.

De
maatregel maakt deel uit van één
van de historische onrechtvaardigheden uit onze pensioenwetgeving,
die doorheen de geschiedenis werden afgeschaft. De toelichting bij de
wet die de afschaffing doorvoerde, benadrukte dat er verschillende
categorieën
van werknemers zijn (zie Parl. St. Kamer, 1989-90, nr. 1175/1, 5 bij
de Wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele
pensioenleeftijd voor werknemers, B.S. 15 augustus 1990).

Het
is niet zo dat we allemaal veel langer leven. Het verschil in
levensverwachting tussen de hoog en laag geschoolde werknemers loopt
op tot 7,5 jaar voor mannen en 6 jaar voor vrouwen. Het
verschil in gezonde levensverwachting tussen beide groepen loopt op
tot 25 jaar, zowel voor mannen als voor vrouwen (zie het recente
onderzoek hierover van het RIZIV en Dokters van de Wereld, zie hier).
Een recht op pensioen voor alle Belgen vereist dan ook dat bepaalde
categorieën
van werknemers vroeger met pensioen kunnen gaan, zonder daarvoor één
vierde van de opgebouwde pensioenrechten te moeten afstaan.

Ik
denk dat we ons dienen te verzetten tegen onteigening van opgebouwde
pensioenrechten. Het wettelijk pensioen in België
is
al geen vetpot. Daar nog eens een deel van afpakken eenvoudigweg
onaanvaardbaar.

Afschaffing
van het brugpensioen en inperking van de gelijkgestelde periodes: 200
euro minder pensioen voor wie geen werk meer vindt na 58 jaar

De N-VA gooit het
brugpensioen radicaal over boord. Daardoor wordt het recht op rust na
een leven van intense arbeid voor een hele groep van werknemers
louter theoretisch.

Oudere
werknemers die nu geen job meer vinden of te ziek zijn om te werken,
komen in de werkloosheid of de ziekteverzekering terecht (cfr. de
recente studie van de HR-dienstverlener Securex, zie hier).

De
N-VA wil voor de werknemers die geen werk meer vinden na de leeftijd
van 58 jaar de opbouw van het wettelijk pensioen stop zetten. De
regering Di Rupo zette reeds een stap in die richting. De N-VA gaat
nog verder. Zo zou er geen pensioenopbouw meer zijn voor
werkzoekenden die na twee jaar geen baan hebben gevonden. De impact
van deze maatregel kan best worden toegelicht aan de hand van een
voorbeeld.  

Karen
verliest haar job op 58 jaar en vindt geen werk meer. Vroeger werd
haar pensioen opgebouwd op basis van haar laatste loon. Voor Karen
was dat 37.500 euro per jaar, of 2.694 euro per maand, exclusief
dertiende maand en dubbel vakantiegeld (een jaarlijks bruto inkomen
van 37.500 euro komt neer op een maandelijks netto inkomen van 1.650
euro, na aftrek van de sociale en fiscale bijdragen en rekening
houdend met gezinslasten en dergelijke meer).  

Volgens de huidige
regelgeving bouwt Karen verder wettelijke pensioenrechten op zolang
ze actief zoekt naar een baan. Volgens de huidige regelgeving kan ze
ook genieten van een bedrijfstoeslag van haar ex-werkgever
(werkloosheid met bedrijfstoeslag). Momenteel gebeurt de opbouw van
haar wettelijk pensioen op basis van haar laatste loon. Dat wordt als
volgt berekend: 37.500 euro x 1/45 x 60% = 500 euro op jaarbasis of
41,67 euro per maand. Ook indien Karen geen werk meer vindt tussen de
leeftijd van 58 en 65 jaar, dan bouwt ze verder wettelijke
pensioenrechten op.

Met
de maatregel van de N-VA bouwt zij slechts pensioenrechten op
gedurende de eerste twee jaar. Zij zal een wettelijk pensioen trekken
dat maar liefst 208,35 euro bruto per maand lager ligt (41,67 euro x
5 = 208,35 euro). Stel dat Karen momenteel een wettelijk pensioen zou
krijgen van 1100 euro per maand (de mediaan voor het netto pensioen
van werknemers in België).
Na de hervorming van de N-VA zou zij nog 892 euro per maand krijgen.

De overgrote meerderheid
van de werkzoekenden kiest niet voor de werkloosheid. De
pensioenrechten afpakken van deze mensen is zonder meer anti-sociaal.
We kunnen dan ook beter streven naar het behoud van het recht op
brugpensioen vanaf 58 jaar met een loopbaanvoorwaarde van 35 jaar.
Het gelijkheidsbeginsel in onze grondwet verplicht niet alleen om
gelijke gevallen gelijk te behandelen, maar ook om ongelijke gevallen
ongelijk te behandelen. Werknemers die 6 tot 7,5 jaar minder lang
leven en tot 25 jaar minder lang in goede gezondheid verkeren, hebben
ook recht op rust na een leven van intense arbeid.

De
vraag naar brugpensioen van werknemers bij Ford, Caterpillar, Heinz,
Arcelor Mittal, Afga-Gevaert, … sluit aan bij een duidelijke
sociale realiteit: chronische vermoeidheid, ziekte en uitputting na
een leven van intense arbeid. Werken in volcontinue arbeid, met
toxische producten, hoge fysieke belasting, …
eist
zijn tol. Het brugpensioen is geen overbodige luxe. Het brugpensioen
op 58 jaar met vervangingsplicht van de oudere door een jongere is
bovendien een nuttig middel in de strijd tegen de groeiende
werkloosheid.  

Opkloppen
en misbruik maken van de angst voor de vergrijzing

In de inleiding van haar
pensioenluik in het plan V stelt de N-VA dat de extra kost voor de
pensioenen bij ongewijzigd beleid tegen 2019 zou oplopen tot 7,9
miljard euro. Er wordt geen bron vermeld.

Volgens
de Studiecommissie voor de Vergrijzing, dé
referentie
terzake sinds 10 jaar voor iedereen die bezig is met de kost van de
vergrijzing in België,
is de extra kost tegen begin 2019 veel lager, namelijk 2,9 miljard
EUR (de extra kost wordt begroot op 0,8% van het BBP eind 2018; het
BBP zou op dat moment 369,5
miljard EUR bedragen: 369,5 miljard EUR x 0,8% = 2,956 miljard EUR).

Als
men niet alleen de pensioenen, maar het geheel van de sociale
zekerheid neemt (dus ook de gezondheidszorg, arbeidsongeschiktheid,
werkloosheid (met bedrijfstoeslag), kinderbijslag en diverse kosten),
dan ligt het bedrag nog lager, namelijk op 2,6 miljard EUR. Dit is te
wijten aan het feit dat de dalende uitgaven voor de werkloosheid (met
bedrijfstoeslag) groter zijn dan de stijgende uitgaven voor de
gezondheidszorg (zie hier
het verslag van de Studiecommissie, p. 35).

Het
lijkt alsof de N-VA de angst voor de vergrijzing wil stimuleren om de
pensioenen verder te kunnen privatiseren. Het pensioenplan van de
N-VA oriënteert
de wettelijke pensioenen immers naar een minimale bescherming tegen
armoede. Een
sociale zekerheid die focust op armoede verplicht de middenklasse om
zich te verzekeren op de private markt. Met alle risico’s
en ongelijkheden van dien. Een sociale zekerheid die focust op
armoede verliest bovendien de steun van de middenklasse en wordt
vroeg of laat een arme sociale zekerheid.

Plan
V: “Verarming
van de Vlaming”

“Naar
een sociale zekerheid die terug sociaal én
zeker is”,
zo stelt het plan V. Vreemde invulling van de notie “sociaal”.
Wat is er sociaal aan mensen, die 7,5 jaar minder lang leven en 25
jaar minder lang in goede gezondheid verkeren, verplichten om te
werken totdat ze erbij neervallen? Wat is er sociaal aan
pensioenopbouw schrappen voor mensen die geen job vinden omdat er
gewoon te weinig jobs zijn in dit land? Wat is er sociaal aan een
kwart van de opgebouwde pensioenrechten onteigenen voor wie één
tiende minder lang werkt?  
De
N-VA probeert een sociaal sausje te gieten over haar
pensioenmaatregelen door tegen 2019 het bedrag van 1,5 miljard EUR te
reserveren voor een versterking van de laagste en de middelste
pensioenen.

Maar 1,5 miljard euro is
ongeveer 3,5% van de totale pensioenuitgaven in 2019 (40 miljard
euros). De pensioenverminderingen die de N-VA wil doorvoeren lopen op
tot een vermindering van het wettelijk pensioen voor werknemers met
25% en meer voor wie tegenslag heeft. Een pietluttige vermeerdering
van het budget met 3,5% zal dat niet recht trekken.

Het pensioenluik in het
Plan V staat dan ook veeleer voor Verarming van de Vlaming dan
Verandering voor Vooruitgang. N-VA wil wel de gewone Vlaming laten
betalen voor alles.


Kim
De Witte is onderzoeker in
sociaal recht, de pensioenspecialist van PVDA+ en lijstrekken voor
Limburgse kamerlijst van PVDA+

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!