Opinie, Nieuws, Racisme, Cultuur, Democratie, Islam, Identiteit, Etienne Vermeersch, Discriminatie, Integratie, Verlichting, Waarden en normen, Luckas Vander Taelen, Rechten en plichten -

Het islamdebat draait rondjes

Het debat over integratie, racisme en islam is circulair in dit land. Hetzelfde debat, met dezelfde hoofdrolspelers en dezelfde argumenten komen steeds opnieuw terug. Telkens opnieuw worden daarbij dezelfde empirische fouten gemaakt, zo stelt Ico Maly.

vrijdag 14 februari 2014 11:03
Spread the love

Het debat over integratie, racisme en islam is circulair in dit land. Hetzelfde debat, met dezelfde hoofdrolspelers en dezelfde argumenten komen steeds opnieuw terug. Telkens opnieuw worden daarbij dezelfde empirische fouten gemaakt. De dominante analyse, de analyse die ook Etienne Vermeersch en Luckas Vander Taelen onderschrijven, vertrekt van een fictieve samenleving. De realiteit is veel complexer dan het discours over ‘onze waarden en normen’ laat uitschijnen. Bovendien hamert men constant op het ‘softe’ (waarden en normen) en niet op het ‘harde’ (sociaaleconomische en politieke maatregelen, afdwingen van wetten en rechten). Ik verduidelijk mezelf.

Sinds 1989 komt de nadruk in het dominante discours over ‘ons’ en ‘de ander’ te liggen op normen en waarden. Allochtonen moeten niet in eerste instantie sociaaleconomisch en politiek geïntegreerd zijn (werk en gelijke rechten hebben), maar cultureel. Ten grondslag van dit beleid ligt het gepercipieerde verschil tussen normen en waarden van ‘ons’ en van ‘de ander’ in casu de moslim. Merk op dat ‘wij’ en ‘zij’ gedefinieerd worden op basis van louter één element (levensbeschouwing) waaraan een hele waaier aan associaties (nationaliteit, waarden, normen) gekoppeld wordt.

Hier stuiten we op een eerste probleem. In de realiteit is een etnisch-culturele achtergrond, een religie of een nationaliteit geen allesbepalend identiteitselement. Wat we als “onze” en “hun identiteit” voorstellen is een totaliserend beeld die een hele reeks factoren samenvouwt tot één bepalend identiteitselement. Moslims zijn dan enkel maar moslims én dus (zo veronderstelt men) is men tegen de democratie, tegen holebi’s, … ‘Wij’ zijn dan Vlamingen én dus (zo veronderstelt men) zijn we voor democratie, voor mensenrechten, voor holebi-rechten, …

De empirische fout in dit discours is dat het zaken isoleert die in de realiteit geen geïsoleerd bestaan kennen, maar binnen een complex geheel van elementen optreden. Dus ja er zijn moslims die zich verzetten tegen de democratie, tegen gelijke rechten van holebi’s, … Het is echter eveneens zo dat de meerderheid van de moslims perfecte democraten zijn, opkomen voor de rechten van de mensen, enz. Belangrijker echter is dat moslims niet alleen moslim zijn, maar ook Gentenaar, hipster of hijabista, Turk of Senegalees, advocaat of politie-agent, fan van Anderlecht of AA Gent, …

Moslim-zijn is geen allesbepalende identiteitsfactor voor iemands waarden en normen, net zoals Vlaming-zijn dat niet is. Het is niet zo dat wij als Vlamingen allemaal dezelfde waarden delen. Ook Vlamingen zijn katholiek, jood of moslim, zijn feministisch of net niet, zijn socialistisch of conservatief. Zelfs een klein onderzoek bij de verschillende politici over hoe zij democratie en mensenrechten invullen zal een rijke waaier aan verschillende betekenissen opleveren: van democratie als een verlichtingsideologie, over vox populisme tot zelfs antidemocratie.

De democratie en de mensenrechten zijn niet ‘onze waarden’, ze dienen toegepast en begrepen te worden als universele en inclusieve waarden. Ze bevinden zich op een meta-niveau en verdienen een constante strijd. En hier knelt het schoentje. Op het moment dat dit integratiediscours opgang maakt, zien we een afbouw van het daadwerkelijk realiseren van de mensenrechten voor eenieder in de samenleving. Er wordt gefocust op het softe (zij moeten waarden en normen leren, respect hebben, taal leren), maar de harde domeinen worden op hun beloop gelaten: het realiseren van daadwerkelijke gelijke rechten. Niet waarden en normen, maar onvervreemdbare rechten realiseren is waar democratie en verlichting om gaat. De wet is dan het instrument bij uitstek, niet inburgering.

We leven al jaren in een superdiverse samenleving en het is opvallend dat het discours blijft steken bij de islam. We leven nochtans in een veel complexere geglobaliseerde realiteit. Die superdiversiteit vertaalt zich, naast vele andere zaken, in het feit dat we hier samenleven met mensen die zeer uiteenlopende statuten kennen. Afhankelijk van mensen hun statuut hebben ze ongelijke politieke, culturele, economische en religieuze rechten. Daarover horen we veel minder, nochtans slaat die realiteit het fundament van de democratie weg: het gelijkheidsbeginsel.

We leven in een samenleving waar mensen, omdat ze geen erkend statuut hebben, uitgebuit worden. We leven in een samenleving waar solidariteit onder druk staat. We leven in een samenleving waar een schepen uitroept dat de wet niet helpt in de strijd tegen racisme. We leven in een samenleving waar ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog altijd de regel is. We leven in een samenleving waar de belangrijkste wetten gemaakt worden op een Europese schaal waar we bitter weinig democratische controle over hebben. De realiteit is dus dat mensen in ons land samenleven in ongelijkheid en dat we geconfronteerd worden met een democratisch deficit op verschillende schalen.

Het discours over waarden en normen verhult de werkelijke malaise, namelijk dat de nationale staten niet meer over de instrumenten beschikken om die democratie en die gelijke rechten effectief te garanderen. Het islamdiscours is dan handig om onszelf nog altijd voor te stellen als grote democraten. En bovendien vormt ditzelfde discours vaak een legitimering voor het voorwaardelijk maken van diezelfde bejubelde rechten voor medebewoners van dit land. Als we ons willen verbeelden als een Verlichte democratie, dan hebben we nog heel wat werk aan de winkel.

Ico Maly (1978) is doctor in de cultuurwetenschappen (Universiteit Tilburg), licentiaat in de Vergelijkende Cultuurwetenschappen en postlicentiaat in de Ontwikkelingssamenwerking, optie politiek en conflict (UGent). Hij is coördinator van Kif Kif en gastprofessor Politiek en Cultuur aan het Rits. Hij schreef o.a. ‘N-VA | Analyse van een politieke ideologie’ (EPO, 2012) en ‘De beschavingsmachine. Wij en de islam’ (EPO, 2009).

Op 20 februari 2014 stelt hij samen met Jan Blommaert & Joachim Ben Yakoub het boek ‘Superdiversiteit en Democratie’ voor. 

take down
the paywall
steun ons nu!