Links en Vlaams: nog steeds de tang en het varken
Opinie, Nieuws, Politiek, België, Nationalisme, Neoliberalisme, Dossier N-VA, Vlaamse onafhankelijkheid -

Links en Vlaams: nog steeds de tang en het varken

Op 19 december schreef Peter De Roover van Doorbraak.be een repliek op de opinie 'Links en Vlaams: de tang en het varken' van Thomas Decreus, geschreven op 21 november 2013. Decreus schreef op zijn beurt dit wederwoord.

zaterdag 21 december 2013 17:50
Spread the love

Dat De Roover zich de moeite getroost heeft om mijn tekst ‘Links en Vlaams: de tang en het varken?’ grondig door te nemen en te becommentariëren, kan ik enkel toejuichen. Niet alleen omdat ik geloof in het democratisch belang van een open en vrij debat, maar ook omdat zijn repliek me toelaat om mijn oorspronkelijke standpunt verder te verduidelijken en toe te lichten.

Ik wens me in mijn repliek niet in te laten met enkele van de foute herinterpretaties van mijn origineel standpunt door De Roover. Dat ik België als een linkse modelstaat beschouw heb ik nergens geschreven. Het zou nogal ridicuul zijn om dat te beweren. Evenmin kan het sprongetje gelegitimeerd worden dat mijn afwijzing van het huidige Vlaamse project een omhelzen van het Belgisch project impliceert. Dat is een duidelijke non-sequitur.

Ook heb ik op geen enkel moment beweerd dat er een natuurlijke alliantie bestaat tussen nationalisme, neoliberalisme en conservatisme. Wel integendeel, in het eerste deel van mijn oorspronkelijke tekst beargumenteer ik net dat het samengaan van deze verschillende ideologische stromingen conflictueus en dus contingent is.

Gelukkig beperkt De Roover zicht niet tot een foute reproductie van mijn origineel standpunt. Naar het einde van zijn tekst toe wordt ook een argumentatie ontwikkeld waaruit zou moeten blijken dat links en Vlaams niet slaan zoals een tang op een varken. Helaas overtuigt die argumentatie niet. Laat me even verduidelijken waarom dat zo is.

De Turf-doctrine

In zijn repliek toont De Roover zich een overtuigde aanhanger van wat ik de Turf-doctrine[1] zou willen noemen. Deze doctrine kan als volgt samengevat worden: een stem op een rechts-nationalistische partij als N-VA staat op geen enkele manier de realisatie van een links en onafhankelijk Vlaanderen in de weg. De dag dat Vlaanderen onafhankelijk is, kan de linkse strijdbijl opnieuw probleemloos opgegraven worden om N-VA te bekampen.

Immers, zo stelt De Roover, “we mogen er toch van uitgaan dat de Vlaamse structuren formeel democratisch zullen zijn”.  Met andere woorden, ook al realiseert een rechtse politieke kracht als N-VA een onafhankelijk Vlaanderen, in dat onafhankelijk Vlaanderen gaat het democratische spel gewoon zijn verdere gang en kunnen we langsheen een rechts-links tegenstelling het politiek debat verder organiseren.

Ik onderschrijf deze Turf-doctrine niet omdat ze blijk geeft van een compleet gebrek aan inzicht omtrent hoe politieke macht werkt en daar bovenop nog eens een erg simplistisch beeld van de democratie schetst.

Iedereen die enigszins vertrouwd is met de politieke geschiedenis weet dat een hegemoniale partij niet enkel regeert maar de samenleving ook vormgeeft naar haar eigen beeld. Die verandering is onomkeerbaar in de zin dat ze een verandering van het politieke speelveld inhoudt en dus de politiek zelf – inclusief het gedrag van de kiezers – fundamenteel wijzigt.

Een voorbeeld? Het Groot-Brittannië van na Thatcher was een ander Groot-Brittannië dan voor Thatcher. Het is niet omdat Thatcher in 1990 van het politieke toneel verdween dat haar erfenis niet meer bleef doorwerken. Thatcher zelf besefte dat maar al te goed. Toen haar in 2002 gevraagd werd naar haar grootste politieke realisatie, antwoordde ze zonder verpinken “Tony Blair and New Labour. We forced our opponents to change their minds.”[2]

To change minds, dat is de fundamentele inzet van iedere politieke strijd. Zowel ter linker- als ter rechterzijde kent men zijn Gramsci. Ook Vlaams-nationalisten als De Roover weten maar al te goed dat de sokkel waarop politieke macht rust niet per se het stemhokje als wel de civiele maatschappij is.

Het gaat om de verovering van de harten en de geesten. Die verovering gebeurt stapsgewijs via media, cultuur, verenigingen, sociale initiatieven en het middenveld. Eén keer veroverd, kunnen die harten en geesten niet heroverd worden binnen één of twee electorale termijnen. Dat is inderdaad een werk van jaren, mogelijk decennia. Zo werkt politiek.

Nu kan De Roover bij hoog en bij laag beweren dat dit een foute opvatting is over politiek, dat is zijn goed recht. Alleen is het zo dat hij zelf de beste illustratie is van wat ik hierboven beweer. Initiatieven als Doorbraak.be of de Vlaamse Volksbeweging hebben als doelstelling om een bepaald communautair discours binnen de civiele samenleving te verspreiden tot ze als schijnbaar evidente waarheid gereproduceerd worden.

De Roover beseft maar al te goed dat het gaat om de verovering van harten en geesten, de blijvende verandering van het politieke speelveld, kortom, het vestigen van een hegemonie. Dat staat zelfs letterlijk te lezen op de pagina’s van Doorbraak.be. Ik citeer even een tekst van de hand van Julien Borremans die op Doorbraak.be verscheen:

“Het Vlaams-nationalisme heeft aan kracht gewonnen en is dankzij de N-VA de instellingen binnen geslopen. Ze hanteert een gepolijste, conservatieve ideologie waarmee ze het hart van de middenklasse verovert. Haar achterdocht jegens de (verzorgings)staat en de bureaucratische, administratieve moloch geven haar een non-conformistisch cachet waardoor haar aantrekkelijkheid bij de jeugd en de middenstand nog verder zal accelereren. De N-VA is er duidelijk op uit om haar ‘hegemonie’ te vestigen. Voor De Wever worden de oude en gangbare morele beginselen en politieke cultuur door nieuwe ethische en politieke principes vervangen.”[3][cursivering toegevoegd, TD]

Zoals de auteur op Doorbraak.be te kennen geeft, de hegemonie kleurt momenteel neoliberaal en conservatief. Rechts dus.  Dat rechtse discours van N-VA wordt, in naam van de Vlaamse vrede, vrij enthousiast omarmd door de Vlaamse beweging. Op geen enkel moment is er een concrete en consequente distantie van dat discours.

Wanneer N-VA en de met de N-VA sympathiserende Vlaamse beweging dus de drijvende krachten worden achter een Vlaamse onafhankelijkheid, dan is het volstrekt logisch dat de neoliberale en conservatieve hegemonie zal weerspiegeld worden in de constituerende teksten en praktijken, in de procedures en wetten van dat Vlaanderen.

Een formele democratie is immers nooit volstrekt formeel, procedures zijn nooit de perfecte uitdrukking van onpartijdigheid. Zoiets beweren getuigt van een zekere politieke naïviteit. Zoals Chantal Mouffe het stelt: “[…]Het is omdat procedures ingeschreven zijn in gedeelde levenswijzen en wereldvisies dat procedures aanvaard en gevolgd kunnen worden.”[4]

Welnu, de gedeelde levenswijze en levensvisie die N-VA hegemoniaal tracht te verankeren is neoliberaal en conservatief van aard. De formele democratie van een Vlaamse staat zal daarom rusten op een substantieel nationalistische, conservatieve en neoliberale wereldbeschouwing en daar ook de uitdrukking van zijn.

Van solidariteit naar verzekering

Eens we uitgaan van het volstrekt logische feit dat N-VA een N-VA-Vlaanderen zal creëren en geen neutrale politieke ruimte genaamd ‘Vlaanderen’, kan ook een andere tegenwerping van De Roover vrij makkelijk beantwoord worden.

Volgens De Roover slaag ik er niet in aan te tonen waarom de realisatie van een Vlaamse onafhankelijkheid gepaard gaat met de afbraak van de sociale zekerheid. De Roover beaamt volmondig dat de Belgische sociale zekerheid zal ontmanteld worden, maar volgens hem impliceert dat geen aanval op de sociale zekerheid an sich.

Welnu, in het licht van wat in de voorgaande sectie gesteld werd: als we er van uitgaan dat onafhankelijkheid zal gestuurd worden door de N-VA en bondgenoten, dan zal de Vlaamse re-creatie van de sociale zekerheid gebeuren onder een rechtse, neoliberale hegemonie.

Het is vrij duidelijk dat er een vorm van sociale zekerheid zal gecreëerd worden die het principe van solidariteit ondergeschikt zal maken aan het principe van verzekering. De sociale zekerheid zoals we die kennen zal verdwijnen. Een veel minder sociale variant ervan zal gerecreëerd worden op Vlaams niveau. Dat is wel degelijk een aanval op de sociale zekerheid an sich.

Het zullen alvast niet de ondernemers zijn die zich momenteel en masse tot de N-VA bekeren die daarbij zullen verliezen. Nee, de groepen die sociaal-economisch het zwakst staan zullen het gelag betalen. De gewone Vlaming zal in het zand bijten. Net daarom dat een consequent linkse positie een distantie veronderstelt van het huidige Vlaamse project.

Die distantie wordt verder gelegitimeerd wanneer we even tussen de regels lezen van De Roovers repliek. Op een bepaald moment stelt De Roover duidelijk dat organisaties en structuren “die zich mordicus blijven vereenzelvigen met België in hun huidige vormen moeten ontmanteld worden.” Naar het einde van de tekst wordt een concreet voorbeeld gegeven: het zijn ondermeer de vakbonden die zich blijven vastklampen aan het “Belgische feit”.

De Roover zegt het niet met zoveel woorden, maar het volgt wel logisch uit zijn betoog: de vakbonden hebben de keuze tussen de oprichting van een strikt Vlaamse vakbond of ontmanteling. Dat het de taak is van een vakbond om werknemers te beschermen op alle niveaus waar dat nodig is, en niet om mee te dingen in een communautair opbod ontgaat De Roover volledig.

De consequentie van die stellingname is echter wel overduidelijk en bevestigt volledig mijn eerdere analyse: het Vlaams-nationalisme ziet in de vakbonden een objectieve vijand. Ondermeer daarom is het dat Vlaams-nationalisme en neoliberalisme elkaar gevonden hebben – gemeenschappelijke vijanden maken immers goede vrienden.

Voor mensen als De Roover is het belang van sterke vakbonden en goed beschermde werknemers ondergeschikt aan de eis voor een sterk Vlaanderen. Opnieuw: onverenigbaar met een consequent linkse positie.

Rechts en links

De laatste kunstgreep van de N-VA en zijn bondgenoten bestaat erin om de kritieken op het uitgesproken neoliberale en rechtse karakter van de partij te minimaliseren door mist te spuien over begrippen als ‘rechts’ of ‘neoliberalisme’. Ook De Roover doet daar duchtig aan mee.[5]

Op een bepaald punt in zijn repliek ontkent hij dat N-VA een neoliberaal karakter heeft en ergens anders insinueert hij dat hij niet weet wat een ‘rechts’ Vlaanderen zou betekenen. Op zo’n momenten heeft De Roover toch iets mee van Mohamed Saïd al-Sahaf a.k.a. Comical Ali, de Iraakse minister van informatie onder Sadam Hoessein, die beweerde dat de Irakezen aan de winnende hand waren terwijl de Amerikaanse tanks reeds door de straten van Bagdad denderden.

Stellen dat de N-VA niet rechts of neoliberaal is, is tegen iedere feitelijkheid ingaan. De N-VA laat bijvoorbeeld geen kans onbenut om rond te toeteren dat de publieke sector dient afgeslankt te worden, dat de ondernemers meer zuurstof moeten krijgen, dat er bespaard moet worden, dat de vakbonden ondemocratische en frauderende lastpakken zijn, dat de sociale zekerheid een hangmat is en dies meer. Dit zijn allemaal Textbook examples van een rechts en neoliberaal discours.

Een discours dat zich in de stad waarin ik woon, Antwerpen, ook daadwerkelijk omzet in beleid: het schrappen van bos- en zeeklassen, plannen om stedelijke kinderopvang te privatiseren, drastische afslanking van de stedelijke overheid, het bekampen van het sociaal-culturele middenveld, het afvoeren van de zondagsrust en het demoniseren van anderstalige nieuwkomers, leefloners en werkzoekenden.

Komt daar nog eens bij: een uiterst repressief beleid. Om enkele recente voorbeelden te geven: kliklijnen voor vuilnismannen die een nieuwjaarsfooi vragen, boete voor eenieder die een pretsigaret rookt tot en met het strafbaar stellen van bedelarij. Klap op de vuurpijl: recentelijk werd ook deelname aan betoging “die zou kunnen leiden tot overlast” strafbaar gesteld. Zeker die laatste maatregel doet me sterk twijfelen of het Vlaanderen van de N-VA een Vlaanderen zal zijn dat beantwoordt aan de formele regels van de democratie.

Het zou De Roover en andere Vlaams-nationalisten sieren, moesten ze op zijn minst toegeven dat de N-VA een door en door rechtse partij is. Dat is een kwestie van intellectuele eerlijkheid. Alles in het discours en het beleid wijst daarop. Ik kan er in ieder geval geen spatje links engagement in vinden.

Onder een N-VA-bewind wordt de democratie beknot in plaats van uitgebreid, private actoren krijgen meer macht dan publieke actoren, er is geen sprake van een emancipatorisch project en het repressie-apparaat neemt toe in omvang. Een links politiek project is exact het tegendeel daarvan. Op iedere mogelijke manier.

Links en Vlaams: nog steeds de tang en het varken

Voor Vlaams-nationalisten als De Roover is ieder ideologisch conflict ondergeschikt aan de realisatie van de Vlaamse staat. De links-rechts tegenstelling wordt daarom als gedateerd of irrelevant beschouwd, terwijl het Vlaams-nationalisme objectief gezien een steeds rechtser karakter krijgt.

De reden waarom ik me tegen dat Vlaams nationalisme kant is niet per se ideologisch of theoretisch van aard, laat staan ingegeven door Belgicistische motieven. Het is bovenal een blijk van bezorgdheid. Want ik zie dat in het hier en nu, in de concrete praktijk van alledag, emancipatorische en democratische verworvenheden worden afgebouwd, dat de verzorgingstaat door de neoliberale mangel wordt gehaald en dat vakbonden gebasht worden.

Dat alles door een partij en een beweging die een vaag ideaal genaamd ‘Vlaanderen’ najaagt. De eerste die echter verliest in het hier en nu bestaande Vlaanderen is de gewone man, de gewone vrouw, de werknemer, de kleine zelfstandige, de gepensioneerde, de werkzoekende. Zij zijn de voornaamste slachtoffers van het klauwen van de leeuw.

Het politieke project dat ik steun is er één dat het consequent en eenduidig opneemt voor die geklauwde groepen, die ze een stem geeft in plaats van die stem te verstikken. Hieruit volgt dat ik niet anders kan dan me verzetten tegen de N-VA en haar supporters, inclusief de zogenaamd ‘linkse’ en ‘progressieve’ flaminganten die feitelijke gedoogsteun leveren aan het N-VA-bewind.

Thomas Decreus

Thomas Decreus is politiek filosoof en auteur van Een paradijs waait uit de storm (EPO 2013)

Voetnoten

take down
the paywall
steun ons nu!