(foto Wikipedia)
Opinie, Nieuws, Samenleving, Politiek, België, Gent, Geert Bourgeois, Middenveldorganisaties, Vlaams minister van Inburgering, Hervorming integratiesector - Geert Bourgeois

Bourgeois reageert: “Inburgering en integratie, een eenvoudig en duidelijk plan”

"De hervorming van de integratie- en inburgeringssector doet de gemoederen hoog oplaaien, getuige daarvan de ruime persaandacht van de laatste dagen. Toch kan ik niet anders dan vaststellen dat er dringend werk moet gemaakt worden van een migratiebeleid en een doorgedreven integratie- en inburgeringsbeleid. De cijfers confronteren ons met een pijnlijke realiteit." Vlaams minister van Inburgering Geert Bourgeois (N-VA) verdedigt zijn hervormingsplannen.

woensdag 27 februari 2013 13:09
Spread the love

De armoedegraad is in ons land 3,8 keer hoger bij migranten dan bij niet-migranten. Migranten en hun kinderen zijn meer dan dubbel zo vaak laag opgeleid als autochtonen. Verontrustend is dat ook kinderen uit de tweede generatie het minder goed doen dan hun autochtone klasgenootjes. Het werkgelegendheidscijfer bij migranten is alleen in Turkije en Polen nog lager dan in België.

In 2011 was de werkgelegenheidsgraad van derdelanders in België met 45,8 procent het laagst van alle lidstaten. Slechts 37 procent van de vrouwen van niet-EU origine heeft een baan.

En zo kan ik jammer genoeg nog wel even doorgaan. Al 4 jaar word ik met de neus op de feiten gedrukt, onlangs nog door Jozef de Witte in De Morgen. “Het integratiebeleid is mislukt en als een beleid mislukt moet je naar de beleidsmakers kijken.”

Ik hoorde Johan Leman onlangs nog op Radio 1 pleiten voor een organisatie die de moed zou hebben om te wijzen op wat fout loopt, om door te drukken wat anders moet. Ik ben het met hem eens en ik hoop dat hij het met mij eens is dat een versnipperd werkveld niet het beste antwoord is.

Niets doen zou onverantwoord zijn. Eind vorig jaar heb ik dan ook aan de alarmbel getrokken en opgeroepen om maatregelen te nemen. Op alle niveaus.

Zelf zal ik binnen de integratie- en inburgeringssector een hervorming doorvoeren. Ik krijg in Vlaanderen te maken met een sector die bestaat uit 34 afzonderlijke organisaties die allen wel aan dezelfde doelstelling werken maar toch los van elkaar opereren. Dat levert op het werkveld heel wat problemen op. Kansen worden gemist, informatie onvoldoende gedeeld en heel wat werk verloopt dubbel.

Een grote maar flexibele organisatie die snel kan inspelen op wijzigende omstandigheden kan efficiënter vorm geven aan het Vlaams beleid waar men terecht hoge verwachtingen in stelt.

Het plan is eenvoudig en duidelijk. Al deze deelwerkingen worden ondergebracht in één sterke organisatie. De VDAB van de integratie en inburgering, een organisatie groot genoeg om gewicht in de schaal te leggen en expertise op te bouwen, maar zodanig operationeel dat de lokale realiteit primeert en maatwerk mogelijk is.

Ik ben met deze oefening van start gegaan in het voorjaar van 2011 en sindsdien zijn er met de verschillende deelsectoren – integratie, inburgering, sociaal tolken en vertalen, de huizen van het Nederlands, het kruispunt migratie-integratie en het Minderhedenforum – meer dan tachtig overlegmomenten geweest.

Iedereen was het eens met de uitgangspunten en de vaststellingen: de verrommeling is te groot om gecoördineerd te werken. Iedereen was het eens met de doelstelling: het gaat om het versterken van mensen met een migratie-achtergrond teneinde volwaardig te kunnen participeren, en dit binnen een context van interactief burgerschap met gelijke rechten en plichten. Zowel de nieuwkomer als de samenleving heeft daarin een rol te spelen.

Voor alle duidelijkheid: integratie is niet je ontdoen van je privé-cultuur aan de grens, maar wel participeren aan onze pluralistische, op de waarden van de Verlichting gebaseerde rechtstaat en democratie.

Waar we het maar niet over eens werden, was de structuur. Gaandeweg de consultatie werd steeds meer duidelijk dat een agentschap met een maximale verzelfstandiging dé meest werkbare formule zal zijn. Het is een organisatie met een overheidscachet wat deuren zal openen bij reguliere sectoren zoals onderwijs, lokale besturen, werkgevers, enzovoort…

En het zal tegelijkertijd een organisatie zijn met maximale flexibiliteit, meer bepaald een stichting die op een flexibele manier kan omgaan met de superdiversiteit, met middelen en personeel. Tot slot zal het een organisatie zijn die dankzij een doordachte regionale werking ruimte biedt voor experiment en maatwerk. Alle pro’s en contra’s zijn in dit scenario afgewogen.

Omdat er geen draagvlak was heeft het parlement op 26 oktober 2011 een hoorzitting gevraagd met deskundigen. Deze vond plaats op 29 november 2011. De vaststelling van onze volksvertegenwoordigers was gelijkaardig aan de mijne. De ‘sense of urgency’ werd aangevoeld maar de meningen over de structuur zijn te verdeeld om naar een consensus te streven.

De Vlaamse regering moest dus de knoop doorhakken. In het belang van de nieuwkomers, in het belang van de samenleving en niet het minst in het belang van de sector die, geplaagd door de vele discussies, ondertussen hervormingsmoe is nog vóór het eigenlijke werk moet beginnen.

Eén van de meest snijdende kritieken is dat het middenveld monddood wordt gemaakt. Ik erken dat de integratiesector is ontstaan uit ‘goodwill-initiatieven’ die zéér nuttig werk hebben geleverd tot dusver. Ik erken ook dat de Vlaamse overheid te lang gewacht heeft om dit te erkennen en daar een beleid tegenover te plaatsen.

Maar hoe je het nu draait of keert, de integratiesector is uitvoerder van een beleid dat door de Vlaamse overheid wordt uitgezet. Dat is al zo sinds 1998. Het heeft weinig zin om in de jaren 80 te blijven hangen.

Bovendien wordt niemand monddood gemaakt. Het Minderhedenforum zal zetelen in de raad van bestuur van het EVA. Ik meen zelfs dat de stem van de sector veel sterker kan doorklinken bij een eengemaakte organisatie. Is het immers niet de grote frustratie dat integratie te weinig met een horizontaal beleid benaderd wordt?

We willen dat reguliere sectoren meer aandacht besteden aan de doelgroepen van het integratiebeleid, dat daar een tandje wordt bijgestoken. Als dit op Vlaams niveau op tafel wordt gelegd door een gedelegeerd bestuurder met enig aanzien, de ‘Fons Leroy van de integratie’, zal de impact groter zijn dan wanneer dit vanuit (een deel van) 34 aparte, autonome organisaties komt. Ik roep iedereen op om kritisch constructief mee te werken in het belang van een inclusieve samenleving.

Geert Bourgeois (N-VA) is Vlaams minister van Inburgering.

take down
the paywall
steun ons nu!