Boekcover www.epo.be
Nieuws, Samenleving, Politiek, België, Recensie, Ico Maly, Bart de wever, N-VA, Boekrecensie, Dossier N-VA -

Rik Pinxten bespreekt ‘N-VA. Analyse van een politieke ideologie’ van Ico Maly

Dit lijvige boek komt op tijd of misschien iets te laat. Na de wetenschappelijke analyses van fenomenen als Pim Fortuyn, het Vlaams Belang, de Wilders-acties en andere recente rechtse initiatieven, beschikken we nu over de eerste grondige studie van de N-VA en haar leider, Bart De Wever.

woensdag 17 oktober 2012 13:43
Spread the love

Ico Maly

De auteur van dit boek is licentiaat in de Vergelijkende cultuurwetenschappen (een soort kritische antropologie, ook toegepast op de westerse cultuur) van de Universiteit van Gent en is nu al verschillende jaren actief bij Kif-Kif (interculturele beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme).

Het boek ‘N-VA. Analyse van een politieke ideologie’, uitgegeven door EPO, is de publicatie van zijn recente doctoraatsstudie aan de Tilburg University (voormalige Katholieke Universiteit van Brabant). Het is een complexe studie geworden, wat garant mag staan voor kwaliteit.

Grondige analyse

De publicatie is daarom al verheugend: hier wordt geen snelle, simplistische analyse geboden in enkele uitvergrote slogans zoals dat van de boeken van Bart de Wever zelf helaas wel moet gezegd worden.

Er wordt, integendeel, een lange, gelaagde en complexe analyse gemaakt van de context, van de speeches en teksten en van de mediabehandeling van deze politieke formatie. Dat vergt honderden bladzijden en ik moet EPO feliciteren met deze uitgave. Dit is risico nemen in tijden van simplistische formats.

Wie Bart de Wever gevolgd heeft in zijn opgang van de voorbije jaren weet dat hij bijzonder sterk is in gebalde, simplifiërende (en soms simplistische) uitspraken. Bovendien heeft hij een methode ontwikkeld om met de media om te gaan die vele andere politici hem lijken te benijden: hij heeft een directe stijl, met een opvallend vranke manier van spreken, soms op het brutale af.

De gekwetste man van het volk

Herhaaldelijk stelt hij zich ook op als een gekwetste, enigszins onrechtvaardig behandelde ‘man van het volk’, die dan namens een uniform gedachte Vlaamse gemeenschap als slachtoffer wordt opgevoerd.

Meer nog, hij vertegenwoordigt het goedmenende, hardwerkende deel van de bevolking in dit landsdeel dat onterecht en duidelijk als minderheid zijn onbaatzuchtige en goedbedoelde inspanningen niet gewaardeerd weet door een combinatie van Franstalige blasé groepen en een schare profiteurs in het land dat België heet.

Calimero Bart

Dat is wat herhaaldelijk werd aangeduid als de Calimero-houding van Bart de Wever: het kuikentje uit de gelijknamige tekenfilms klaagt voortdurend dat het onrechtvaardig behandeld wordt door ‘de groten’, enkel en alleen omdat het zelf klein is.

Ondanks vele inspanningen, – meer dan de grote tegenspeler -, krijgt het zo toch niet waar het recht op heeft. Calimero hanteert in zijn tekenfilmpjes een klaagtoontje dat moet ontroeren en de discussie zo tot een emo-dispuut herleidt.

Het Calimerogehalte van Bart De Wevers interventies is de stijl van communiceren in de media van de N-VA-leider. Een typisch kenmerk daarbij is dat hij de focus van de discussie verlegt van het thema naar zijn persoon: ‘Ik word onrechtvaardig behandeld of geviseerd’ komt dan in de plaats van het maatschappelijke thema waarover het debat of de vraag van de journalist ging.

Dissectie van een retorische tactiek

Via discoursanalyse, een methode uit de sociolinguïstiek, is Maly in staat om deze retorische taktiek haarfijn te ontleden en te duiden. Het boek gaat echter veel dieper.

De referenties die door N-VA gebruikt worden zijn evenzeer belangrijk. In de eerste plaats zijn er de oudere en recentere rechtse ideologen die hier en daar in de speeches en stukjes opduiken: van Theodore Dalrymple (1949) tot Edmund Burke (1729-1797) en enkele anderen.

Wanneer deze namen worden genoemd, wordt daar altijd een zeer hoge waardering aan gekoppeld door de kopstukken van de partij. Waarom deze mensen verder minder bekend gebleven zijn of niet echt konden wegen op de maatschappelijke besluitvorming van de voorbije decennia wordt vanuit een gelijkaardige retorische wending als het Calimerotypetje verklaard.

Authentieke denkers worden ‘genegeerd’

De ‘linkse’ pers zou die authentieke denkers negeren of zelfs bekladden. Waarschijnlijk omwille van die retorische argumentatie heeft Maly het belangrijk geacht om deze denkers ernstig te gaan lezen en te bediscussiëren.

Het resultaat is, zoals kenners al wisten, bijzonder ontluisterend: de ‘linkse’ pers is een mythe en de ‘authentieke denkers’ blijken echt tweederangsdenkers te zijn of zelfs platte ideologen die zich niet al te veel gelegen laten aan de complexiteit van de vraagstukken waarvoor zij de simpele oplossingen menen in huis te hebben.

Het is goed dat iemand tijd genomen heeft om dit gedachtengoed eens te onderzoeken om er de oppervlakkigheid (en soms vooringenomenheid) van duidelijk te maken. Zelfs als dit onderzoek in Maly’s boek enkel maar dient om het ideologische kader van de huidige N-VA te schetsen, dan is het toch zinvol geweest om deze zeepbel van ‘briljante oplossingen die een moedwillige linkerzijde blijft negeren’ te doorprikken.

Onbetrouwbare voorbeelden

Men kan nog verder gaan en de wetenschappelijke onbetrouwbaarheid of de conceptuele tegenstrijdigheden in het gedachtengoed van de aangehaalde auteurs blootleggen, maar dan zou dit een lijvige studie op zich geworden zijn.

Maly slaagt erin te tonen dat de zogezegd vernieuwende denkers waarop teruggegaan wordt om diverse redenen onbetrouwbaar of halfslachtig zijn. Bart de Wever gaf persoonlijk een echte lofrede bij een prijs die een of ander expliciet rechts clubje in Vlaanderen aan Darlrymple uitreikte (Prijs voor de Vrijheid van de denktank Libera! op 3 mei 2011, nvdr)

Het echte werk in het boek gaat over de stijl en de inhoud van wat de N-VA en dan vooral zijn succesvolle voorzitter Bart De Wever zelf zeggen en doen. Hierbij wordt mooi aangetoond hoe de media in volle omvang worden bespeeld, door aan spelletjesprogramma’s mee te doen, naast politieke debatten over bepaalde thema’s (vooral de identiteitsclaims) en tegelijk andere thema’s te mijden of te omzeilen (zoals de economische strekking van N-VA).

Chantage als politiek systeem

Die stijl is ook bekend door wat andere partijen vaak aanhalen: veel kritiek op de kapitein van het schip, maar steeds vanaf de kade. Wilders en zijn PVV gingen daarin zover dat ze (tot voor kort) een regering gijzelden vanuit een ‘gedoogpositie’. Je neemt daarbij geen beleidsverantwoordelijkheid en geeft enkel je parlementaire steun wanneer je maximaal je zin krijgt.

Dit opvallend ondemocratisch regeersysteem is voor een zweeppartij een droom, zoals ook bleek uit de formatiegesprekken waar de N-VA aan deelnam. Je hebt een chantagepositie en kan nooit verweten worden dat je mee schuldig bent, want je hebt op papier nooit regeringsdaden gesteld.

Bij de lange formatie voor de federale regering die leidde tot de huidige regering werd dit scenario door onderhandelaar Di Rupo op een bepaald ogenblik afgeschoten en verdween de N-VA uit de formatie, wat weer een reeks Calimero-oprispingen met zich meebracht, naast nagenoeg onversneden woedebuien.

Het ware neoliberale gelaat

Het thema van de gekwetste of miskende identiteit blijft een rode draad doorheen de speeches en artikels van de N-VA. Slechts occasioneel, en dan vooral in de weinige gedocumenteerde beleidsdaden van minister Muyters en enkele uitspraken van Bart de Wever zelf (‘VOKA is mijn baas’), blijkt dat ook een duidelijk economische ideologie aangehangen wordt.

Die laat de N-VA terecht als een rechtse partij verschijnen: een neoliberale ideologie die de zogenaamde vrije markt voluit wil laten spelen, die vakbonden als een fenomeen uit het verleden ziet, die extreme competitie aanmoedigt en ‘captains of industry’ zelfs wil behoeden voor elke kritiek.

Een rechts monsterverbond

De combinatie van gemeenschapsidentiteit als een vorm van neonationalisme aan de ene kant en neoliberalisme aan de andere kant is een soort ideologisch monsterverbond dat recent door rechtse partijen in het westen wordt gepromoot als oplossing voor alle problemen.

Solidariteit, kosmopolitisme en zelfs mensenrechten zijn dan ofwel lethargisch en niet-modern (zeker de eerste twee begrippen), ofwel van secundair belang (vooral dan mensenrechten). Dat de wereldbevolking ondertussen heel duidelijk voor haar overleving in talloze verbanden met sterke onderlinge afhankelijkheid is gaan leven wordt dan ofwel niet gezien of als een vergissing afgedaan.

Enig duidelijk en werkbaar voorstel hoe we uit die feitelijke interdependentie zouden geraken om volledig als Vlaming te gaan leven, zonder onszelf te marginaliseren of onszelf tot de bedelstaf te veroordelen, wordt nergens aangetroffen.

Wat we zelf doen, doen we beter …

Milieu, armoede, grondstoffenbeheer, vergrijzing, enzomeer kunnen eenvoudigweg niet anders dan binnen een kosmopolitisch kader bekeken en aangepakt worden. Mensen voorhouden dat wat we zelf doen noodzakelijk tot (de beste) oplossingen van die problemen zal leiden, is een manifeste leugen.

Vaagheid overheerst: het lijkt erop alsof die thema’s niet aan bod hoeven te komen zolang we geen onafhankelijke staat Vlaanderen zullen hebben. Identiteitsideologie komt hier dus op de allereerste plaats. De noodzakelijke economische ideologie die dit eerste luik moet aanvullen, is de enigszins verborgen gehouden ideologie van het neoliberalisme.

Dat wordt echter zelden publiek besproken, met hoogstens wat verwijzingen naar ‘de Vlaming is een harde werker’ en dus zal een neoliberale economie van extreme competitie in een ‘vrije markt’ alle economische problemen wel vanzelf oplossen.

Wie niet in het Vlaamse plaatje past

Onderweg ontmoet je dan natuurlijk de groepen die niet perfect passen in het plaatje van de ‘hardwerkende Vlaming’ en die de evidente welvaart vanuit die Vlaamse aard bedreigen: de Franstalige Belgen, de migranten, de vluchtelingen, de werklozen, de ouderen, de intellectuelen.

Het is evident dat die groepen zullen moeten inbinden of opkrassen. Meermaals valt de parallel op met het Republikeinse programma van presidentskandidaat Mitt Romney of andere conservatieve tot reactionaire westerse formaties van het ogenblik. Slechts de concrete categorieën verschillen lichtjes (zoals bijvoorbeeld ‘migranten’ in plaats van ‘Walen’ bij Wilders).

De cirkel van de Calimeroredenering wordt zo gesloten: als Vlaming ben ik slachtoffer van een samenleving die door anderen misbruikt wordt.

Geen plaats voor stedelijk samenleven

Maly toont ook duidelijk hoe verstedelijking en stedelijk samenleven geen plaats heeft of kan krijgen in dit soort discours: we leven hier in de meest verstedelijkte regio op aarde en dus in de meest gemengde streek. Elk politiek voorstel dat op de huidige maatschappij slaat en een toekomst wil hebben zal daar rekening moeten mee houden en er zelfs van uitgaan voor de overleving van de bevolking in zo’n gebied.

Niet enkel Brussel (met een tweetalige en een Belgische geschiedenis, en een meertalig en mondiaal heden) maar elke stad in Vlaanderen heeft noodzakelijk die stedelijke kenmerken: migratie, groeiende ongelijkheid, culturele vermenging, nood aan interculturele vaardigheden.

De ideologie van het NV-A gaat daar opvallend niet over, maar grijpt terug (zoals Dalrymple) naar een eerder fictief verleden van een eentalige en monoculturele standenmaatschappij. Dat een dergelijke ideologie toch kan aanspreken zegt veel over de tragische wereldvreemdheid waarin bepaalde delen van Europa zich bevinden.

Degelijk en grondig

Het boek van Maly is degelijk en grondig. Het gedachtengoed van de N-VA wordt zo voor een belangrijk stuk anatomisch uitgerafeld en de indringende discussie over uitgangspunten en gevolgen van dit soort van voorstellen voor de maatschappij kan nu op een meer substantiële manier gevoerd worden.

Het valt te hopen dat politici en makers van politieke debatprogramma’s rekening houden met dit geleverde werk, zelfs al zal dit wat van hun tijd vergen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!