Meyrem Almaci (Groen!) over de weg die ze aflegde en over Antwerpen
Interview, Nieuws, Politiek, België, Antwerpen, Kif Kif, Groen!, Meyrem Almaci, Bart de wever, Patrick Janssens, Gemeenteraadsverkiezingen -

Meyrem Almaci (Groen!) over de weg die ze aflegde en over Antwerpen

ANTWERPEN - De gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen beloven een titanenstrijd te worden tussen Bart De Wever (N-VA) en Patrick Janssens (SP.A). Als we de opiniepeilingen mogen geloven, zal de laatste het onderspit delven. Daarnaast is er een kandidate die het opmerkelijk goed doet: Meyrem Almaci. Hamid Ait Serhane, Herman De Greve en Iman Naji spraken met de lijsttrekster van Groen!

maandag 14 november 2011 16:55
Spread the love

In welk nest ben je opgegroeid?

Meyrem Almaci: “Ik kom uit een gezin van 11 kinderen, waarvan er twee – de eerste en de derde – stierven lang voordat ik geboren werd. Mijn oudste zus is het middelste kind van de eerste drie. Zij is nu 51 en ik ben er 35. Dat is al direct 16 jaar verschil. Toen ik geboren werd, was mijn zus al een jongvolwassene. Ikzelf ben van de tweede generatie. Voor mij zijn er twee zussen en twee broers die in Turkije werden geboren. Mijn moeder is mijn vader gevolgd in 1974.”

“Twee jaar later ben ik geboren, en na mij zijn er nog drie gevolgd. Van de negen levende kinderen ben ik de 6de. Van de 11 kinderen ben ik de 8ste. Ik heb twee oudere broers, drie oudere zussen en drie jongere zussen. Ik ben de eerste die gaan studeren is. Mijn broers, noch mijn zussen hebben ooit voort gestudeerd. Mijn drie jongere zussen wel. Eens dat het pad geëffend was, zagen mijn ouders dat het mogelijk was.”

Hoe belangrijk was cultuur in jullie gezin?

Almaci: “Wat bedoel je met cultuur?”

In hoeverre moest je voldoen aan de verwachtingspatronen van je gezin?

Almaci: “Dat was conformeren. De kleine Turkse gemeenschap in Sint-Gillis-Waas verwachtte dat meisjes vroeg trouwden. Dat was de algemene maatschappelijke verwachting. En de autochtone gemeenschap, laat staan de scholen, gingen niet actief tegen die verwachting in. Zelfs het PMS (nvdr: het huidige CLB) ging daar in mee. Ze dachten ‘Die allochtone gezinnen gaan toch terug weg, en de gewoonte is nu eenmaal dat die meisjes daar vroeg trouwen en kinderen krijgen. Wie zijn wij om tegen die gewoontes in te gaan, zelfs al is dat kind intelligent genoeg’.”

“Al mijn Turkse vriendinnen, ongeacht hun talenten, gingen uiteindelijk naar het beroepsonderwijs en volgden snit en naad. Ik haatte naaien. Dus vroeg ik aan mijn 2 jaar oudere zus om mee te gaan naar de schooldirectrice om te vragen of ik me mocht inschrijven in het Algemeen Secundair Onderwijs. Ik heb het grote geluk gehad dat mijn zus – en ik ben haar daar nog altijd eeuwig dankbaar voor – ja zei. Dus heeft ze aan de directrice verteld dat mijn ouders op reis waren naar Turkije. Ik heb mijn laatste rapport meegepakt en heb gezegd: ‘Voilà, dit is mijn uitslag. Ik ben geslaagd met 89 procent. Ik wil mij inschrijven in het ASO’.”

Hoe hebben je ouders daarop gereageerd?

Almaci: Na een tijd merkten mijn ouders dat ik niet met naaiwerken thuis kwam, maar met boeken. Er volgde een ruzie waarbij zelfs enkele boeken door de living vlogen, maar de teneur was ‘je bent er nu aan begonnen, maak het ook maar af’.”

Mijn ambities voor Antwerpen

Wat hoop je in de politiek te bereiken?

Almaci: “Heel veel mensen vragen me dat. Mijn ambitie is niet om één of ander mandaat te veroveren en steeds hoger te geraken. Mijn ambitie is om het engagement dat ik heb, waar te maken. Als dat via een politiek mandaat kan, graag. Maar als ik dat engagement buiten de politiek kan vinden, is dat even goed. Ik ben niet getrouwd met mijn mandaat.”

“Mijn project voor Antwerpen is de sociale ongelijkheid aanpakken. Vooral in het onderwijs. Het onderwijsbeleid moet durven kiezen voor de zwaksten en van de school een hefboom voor maatschappelijke emancipatie maken. De samenleving verspilt vandaag enorm veel talent, enkel omdat ze weigert in te zien dat de wereld veranderd is. De superdiversiteit wordt gezien als een struikelblok.”

“Kijk naar het hoofddoekenverbod op scholen. Het is een collectieve straf waarbij het beleid zegt: ‘We weten niet hoe groot de nevenschade is, maar we nemen het er toch maar bij’. Daarna gaat het debat tussen degenen die zeggen dat er amper sociale druk is en zij die beweren dat al die meisjes onder dwang een hoofddoek dragen. Of er nu sociale druk is of niet: in geen van beide gevallen is het verbod een oplossing.”

“Tegen de meisjes die bewust kiezen voor een hoofddoek zeg je: ‘Jullie bewustzijn kan ons gestolen worden. Wij denken in jullie plaats en wij zeggen dat de islam een religie is die vrouwen onderdrukt’. De meisjes die daarentegen wel onderdrukt worden, ontzeg je elke mogelijkheid op een toekomst.”

“Door je te fixeren op de hoofddoek maak je hun probleem alleen maar groter. De sociale druk gaat niet zomaar weg. Het verplaatst zich. Feit is dat je die meisjes hun recht op vrije schoolkeuze ontneemt. Ik zei dat enkele jaren geleden al. Drie jaar later sloten de laatste scholen – de athenea van Antwerpen en Hoboken – hun deuren voor de studentes met een hoofddoek. Dat is een loutere vaststelling, ik vel hier zelf geen waarde-oordeel.”

Je profileert je niet als moslima of als Turkse, maar je staat er wel voor die meiden. Is dat een bewuste keuze?

Almaci: “Ik vind dat dat niet mag meespelen. Ik vind dat er in onze democratie geen plaats is voor een collectieve straf, punt. Het hoofddoekenverbod is daar een voorbeeld van. Kom mij niet vertellen dat het anders is.”

Als een Palestijn een Joodse loketbediende tegenover hem heeft staan, dan zal hij er misschien vanuit gaan dat hij geen eerlijke kans zal krijgen. Als je dan een meisje krijgt met een hoofddoek, is de neutraliteit weg.

Almaci: “Dat zou ook gezegd kunnen worden bij een zwarte die aan een loket door een blanke Vlaming wordt bediend. Hoe vaak kom je niet tegen dat minderheidsgroepen gediscrimineerd worden op de arbeids- en woningmarkt. Als je van die premisse uitgaat, ga je uit van het feit dat iemand op voorhand verdacht is, terwijl het enige dat voor mij telt het effectieve gedrag is.”

“In Antwerpen heeft het loketverbod een probleem gecreëerd. Er zullen uiteraard wel klanten zijn geweest die niet tevreden waren, maar wat het bestuur nu gedaan heeft, is een collectieve verdachtmaking van iedereen die een religieus teken toont. Ten aanzien van mensen die geloven, is dat bijzonder denigrerend. Ze worden aangepakt vanwege hun zingeving.”

“Bovendien bevat het huidige debat een drogreden. De overheid zegt: ‘We willen dat mensen het gevoel hebben dat de persoon achter het loket neutraal is’. Het dossier echter wordt behandeld in de achterkamertjes en daar zou een hoofddoek geen probleem zijn. Wel, ik zou veel bezorgder zijn over iemand die in de achterkamertjes mijn dossier behandelt dan iemand die me doorverwijst.”

“Dat soort argument verontrust me nog veel meer. Het lijkt burgemeester Patrick Janssens weinig te schelen of de mensen in de achterkamertjes neutraal zijn of niet. Zolang je maar het gevoel hebt dat je neutraal behandeld wordt door het gezicht dat je achter het loket te zien krijgt.”

“Waar eindigt het? Een hoofddoek, een keppel, een kruisje rond de nek? Een Joodse vrouw met een pruik? Dat wordt moeilijk. Als je dat moet gaan opsommen, kan je beter allemaal mensen in een Mao-uniform achter de loketten zetten!”

Dus het hoofddoekenverbod moet worden herzien. Hoe wil je dat realiseren als je een politiek mandaat krijgt in Antwerpen?

Almaci: “Als ik een mandaat krijg in Antwerpen, zou meer dan de helft van de gemeenteraad vóór moeten zijn om dat verbod terug te draaien. Tenzij je een meerderheid hebt, kan je dat niet zomaar afschaffen. Zo realistisch ben ik ook wel.”

Meyrem Almaci, Alibi Ali of sterke politica?

Denk je dat Groen! je heeft ingezet om de etnische stemmen te kunnen winnen?

Almaci: “Iedereen die meent dat ik me laat manipuleren, is hopeloos naïef. Ik ben in 2007 lijsttrekker geworden bij de federale verkiezingen. De partij heeft me op dat moment vertrouwen gegeven op basis van het werk dat ik verricht heb als voorzitter van Jong Groen! en in de politieke raad van de partij. Ik weet heel goed wat mijn profiel is en ga dat niet uit de weg.”

“Dat wil niet zeggen dat ik klakkeloos ga vertellen wat de allochtone gemeenschap graag wil horen. Mijn achtergrond speelt een rol, maar ik ben daar niet naïef in. Mijn partij ook niet. De kans is groot dat bepaalde etnische groepen naar mij gaan kijken als een rolmodel. Maar ik hoop een ander rolmodel te zijn dan sommige vroegere allochtone politici, die zich enkel met etnisch-culturele thema’s bezighielden.”

“Met alle respect voor hen, want ze hebben een moeilijk pad geëffend. Ik wil in de eerste plaats een goede politica zijn. De dag dat ik merk dat ik een plaats op de lijst krijg enkel vanwege mijn achtergrond, is het voor mij gedaan.”

“Ik ga het toch proberen, al is het maar met de moed der wanhoop”

Het Antwerpse OCMW zit vol met nieuwkomers. Wat ga je daar mee doen?

Almaci: “Ik denk dat het Antwerpse OCMW onder twee dingen lijdt. Uiteraard is er de demografische evolutie van de stad. Die demografische evolutie gaat onder druk van de globalisering en de ongelijkheid in de wereld steeds sneller en is heviger. Dat is de context waarin je leeft.”

“Daarnaast heb je de stedelijke context waarin het OCMW mee het slachtoffer is van de nieuwste uitvinding op besparingsgebied en dat heet de kaasschaafmethode. In Vlaanderen zegt men: ‘We moeten besparen, en iedereen evenveel. Laat ons vooral geen politieke keuzes maken over wat we meer of minder belangrijk vinden’. Met andere woorden, er is geen enkele politieke moed om te zeggen: ‘Voor die groep vinden we het belangrijker om op te komen dan voor een andere’. Het is niet populair om op te komen voor asielzoekers.”

“Maar als je de cijfers bekijkt van wat er op ons afkomt in Antwerpen – naast de vluchtelingenstromen ten gevolge van Libië en de oorlog die we daar voeren – en vergelijkt met de stromen die naar de buurlanden van Libië gaan, dan word je heel nederig hoor.”

“Het gaat niet om draagkracht van het OCMW, het gaat om de verantwoordelijkheid die je nog wilt en durft te nemen om bijvoorbeeld niet enkel de asielproblematiek of armoedeproblematiek naar OCMW’s door te sturen vanuit hogere echelons, maar om ook de nodige middelen daaraan te verbinden …”

“We hebben de economische eenmaking van Europa gerealiseerd, maar we zijn de sociale eenmaking vergeten. Lieve neoliberalen, toen jullie Europa één maakten, vroegen wij ook een sociaal geïntegreerd Europa; net dat stuk zijn jullie ‘vergeten’. Laat ons eens werken aan dat stuk.”

“Dat is ook het verhaal als je het over het OCMW hebt, en dat is niet zo makkelijk te verkopen. Je kan natuurlijk zeggen dat je meer geld moet geven, maar op korte termijn betekent dat ook streng selecteren. Ons verhaal moet zakelijk, maar menselijk zijn, een rechtvaardig verhaal.”

“Op korte termijn gaat dat betekenen dat je mensen moet durven uitwijzen op het einde van hun procedure. Je moet durven zeggen dat we die intra-Europese migratie in de stad niet zomaar aankunnen. Maar dat debat is ook een debat dat we op Europees vlak moeten voeren, want daar worden de beslissingen over het globale kader genomen die die stromen in de hand werken. Europa hecht veel te weinig belang aan armoedebestrijding en sociale minima in de lidstaten.”

Maar hoe ga je dat keren? Een heel goed voorbeeld is Obama die een discours van ‘change’ wou belichamen, maar uiteindelijk heeft Wall Street zijn campagne gefinancierd. Je hebt nog altijd bepaalde instituties nodig.

Almaci: “Ik ben daar niet zo pessimistisch in. Wat bij Obama is gebeurd, is het gevolg van de structuur van het Amerikaanse systeem. Het moment dat ik pessimistisch zal zijn, is het moment dat er hier een ongebreidelde sponsoring van politici mogelijk zal worden.”

Maar je gelooft wel in verandering?

Almaci: “Natuurlijk. Als ik er niet in zou geloven, zou ik mij erbij neerleggen en niets meer doen.”

Ook al is wetenschappelijk bewezen dat mensen veeleer rechts stemmen dan links tijdens economische recessies.

Almaci: “Tuurlijk, omdat de angst regeert. Ik heb twee alternatieven: of ik doe er iets aan of ik ga thuis in een hoekje liggen kniezen. Je hebt gewoon mensen nodig die op een bepaald moment durven te zeggen: ‘Ik ga het toch proberen, al is het maar met de moed der wanhoop’.”

“Iets waar ik me kwaad in maak, is de verrottingsstrategie van de N-VA. De strategie van onze partij is ‘erger voorkomen’. Wij hebben altijd het voorzorgsprincipe gehanteerd. Vanuit dat paradigma kijken we bijvoorbeeld naar de energiesector omdat we geloven dat investeren in alternatieven interessanter is dan voortdoen op een heilloze weg die alleen maar meer vervuiling creeërt of rampen zoals Fukushima.”

“We hebben niet het gemakkelijkste verhaal. Het is geen populistisch verhaal”

Waarom heeft je verhaal niet zoveel succes bij de mensen, denk je? Met de Groenen aan de macht zou energie alleen maar duurder worden, hoor je wel eens …

Almaci: “Ten eerste: energie zal nooit meer goedkoop worden. Wie je vertelt dat energie goedkoper wordt, maakt je blaasjes wijs. Het tijdperk van de goedkope olie is voorbij. Olie is steeds moeilijker te ontginnen. Teergronden, deep-sea drilling, exploitatie in natuurgebieden … spitstechnoloigie met de nodige risico’s.”

“Je moet nu gaan investeren in die andere energiebronnen en dat kost geld, ja. Omdat die in de ‘opstartfase’ zitten. Maar net zoals alle technologie zal ook deze goedkoper worden met als voordeel: geen vervuiling. Maar het zal niet meer gaan om een heilige koe. Je gaat een mix nodig hebben van hernieuwbare energiebronnen. Overigens: de goedkope olie van vroeger betekende ook vaak automatisch verspilling. Kijk naar de massa’s vervuilende SUV’s in Amerika.”

“De uitdaging zal zijn om met een groeiende wereldbevolking nog duurzame energie te hebben. De rest van de wereldbevolking heeft ook recht op enig comfort. We klagen over onze factuur, maar we hebben de prijzen kunnen drukken omdat we de rest onder de knoet hebben gehouden, omdat we Arabische dictators hebben gesteund, omdat het ons helemaal niet kon schelen wat China met haar bevolking deed. Alle winsten gaan naar de privé, maar de berging van kernafval mogen wij wel betalen de komende eeuwen. Onze factuur is lang laag gehouden, op kap van de volgende generaties.”

Vrees je niet dat Groen! onderwerpen aansnijdt waarmee de kiezers niet vertrouwd zijn en dat de partij daardoor stemmen misloopt? Kan je niet beter op veilig spelen?

Almaci: “Ik ga mijn principes niet verloochenen om meer stemmen te halen. Wat we wel moeten doen, is professioneler worden, het op een goede manier uitleggen zodat duidelijk is dat we een hoopvol verhaal brengen, met mogelijkheden tot verandering, in tegenstelling tot het doemdenken dat vandaag overheerst. We moeten de boodschap geven dat een stem voor ons een betere toekomst betekent.”

Is dat niet net het probleem in de politiek dat er te weinig idealisten zijn en dat er veel politici zijn die met de mainstream willen meegaan? Voorbeelden zijn toch Patrick Janssens en Frank Vandenbroucke, die in een linkse partij een rechts beleid willen voeren.

Almaci: “Vergeet niet dat we een relatief jonge partij zijn. We hebben nog maar net een eerste generatiewissel gehad. We zijn slechts 30 jaar bezig. Alle andere partijen zijn er sinds de oprichting van het land, bij wijze van spreken. De N-VA – ondanks het feit dat ze jonger is dan ons – surft op een onderstroom die al voordien bestond.”

“We hebben een leerproces gehad. Wij hebben ook geen zuil en enten ons op thema’s waar andere partijen niet mee bezig zijn, maar die hoe langer hoe belangrijker worden en waarvan de mensen meer en meer de impact op hun leven beginnen in te zien. We moeten professionaliseren en strategisch ons verhaal aan de burger brengen. We hebben niet het gemakkelijkste verhaal. Het is geen populistisch verhaal. Maar het loont absoluut de moeite om het uit te leggen.”

Je zegt wel dat jullie een jonge partij zijn, maar hoe verklaar je dan het succes van Ecolo-voorzitter Jean-Michel Javaux in Wallonië?

Almaci: “Omdat hij dicht bij de mensen staat en herkenbaar is. Dat is de oefening die wij ook doen.”

Dus jullie stonden niet dicht bij jullie mensen?

Almaci: “Ik denk dat sommigen onze thema’s als een ver-van-mijn-bed-verhaal opvatten en dat het wat te theoretisch was. Voor groene thema’s kregen we heel vaak positieve feedback, maar ik denk dat we meer geloofwaardigheid hebben gewonnen door andere dossiers zoals Dexia.”

“Daarnaast is het belangrijk om dicht bij de mensen te blijven, om diverse persoonlijkheden te hebben die allemaal op hun manier anderen kunnen aanspreken. Neem Mieke Vogels bijvoorbeeld. Zij staat dicht bij de burger en kan heel goed dingen verwoorden.”

“We zijn nog een jonge partij en er zijn heel veel mensen die de bakens hebben verzet. Het is door ons dat de wet op de kernuitstap is goedgekeurd. Dat is niet niks. Dat is de reden waarom ik bij de partij ben gegaan. We hebben veel bereikt, maar dat is niet altijd doorgedrongen. Dat heeft te maken met politieke strategie, denk ik.”

“Dat heeft ook te maken met het feit dat de media ons in een hokje staken, niet altijd helemaal terecht. Maar de laatste jaren heeft ons programma voor de financiële sector en de economie in het algemeen zijn waarde bewezen. Economen zoals Paul De Grauwe, Geert Noels en Joseph Stiglitz zeggen nu dat het zelfregulerende neoliberalisme niet meer werkt. Wij vertelden dat toen al. Daar zijn we dan ook trots op.”

“Eigenlijk is het een kwestie van het vatbaar te maken voor de mensen en jammer genoeg hebben we soms een aantal negatieve voorbeelden zoals de bankencrisis nodig om dat te doen. Ik had dat liever ook anders gehad.”

Van wie hoop je de stem te zijn?

Almaci: “Antwerpen is van iedereen. Maar ik stel vast dat niet iedereen zich voelt alsof Antwerpen van hen is. En dan heb ik het niet alleen over de houding tegenover diversiteit, maar ook over inwoners van wijken waarvan de wijkbibliotheek sluit ondanks hun protest of over stRaten-generaal.”

“stRaten-generaal was al jaren bezig met het Oosterweeldossier, maar werd pas au serieux genomen toen haar kritiek een volksprotest op gang bracht. Het lijkt wel alsof je pas meetelt als het protest te belangrijk is om te negeren en dat dan de bocht volgt.”

“Ik wil geen Antwerpen met A- en B-burgers. Vandaag zijn het al te vaak de sterke, mondige of rijke mensen waarmee het beleid rekening houdt. In het milieueffectenrapport over de aanleg van het BAM-tracé stond letterlijk dat die best door Antwerpen-Noord en Merksem kon lopen omdat de bevolking daar toch niet weet hoe ze zich moet organiseren en de kans op protest dus kleiner zou zijn.”

“De wijken met een concentratie aan armoede en diversiteit dus. Dat is gewoon keihard inspelen op het mattheüseffect in plaats van het te bestrijden. Met dat soort discours heb ik een probleem.”

Meyrem Almaci is lijsttrekker voor Groen! bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 in Antwerpen. Zij zal er de strijd aangaan met Patrick Janssens (SP.A) en Bart De Wever (N-VA). Kamerlid Stefaan Van Hecke (Groen!) vervangt vanaf maandag 14 november Kamerlid Meyrem Almaci als fractieleider van de Ecolo-Groen!-fractie in het federale parlement.

take down
the paywall
steun ons nu!