Voorbij de afgescheidenheid
Opinie, Nieuws, Politiek, België, Brussel, Respect, Politieke crisis, Taalgrens, Communautaire problemen, VUB, Complexiteit van identiteiten, Waardigheid, Emmanuel Levinas, Taalgemeenschappen -

Voorbij de afgescheidenheid

Door op politiek vlak sluimerende (communautaire) problemen eens en voor altijd te willen oplossen, werden broze evenwichten verbroken en nieuwe, vaak ongenuanceerde tegenstellingen op de voorgrond gebracht. Het 'eens en voor altijd oplossen' is nog steeds niet bereikt. Integendeel, het kluwen wordt steeds groter. Als gevolg hiervan bevindt ons land zich in een politieke patstelling.

woensdag 11 mei 2011 11:45
Spread the love

Niet zo lang geleden was nog op de radio te horen dat de Heren Politici zelfs niet meer echt moeite doen om uit de crisis te geraken. Ze denken eraan deze te ‘overzomeren’. Waarom ook zouden ze zich inspannen, want zonder oplossing draait het land, voorlopig toch, economisch goed, zo liet de Financial Times weten.

De kans zit er dus in dat we het zullen moeten stellen met een voorlopige regering voor de komende tien jaar. Het voordeel van een voorlopige regering is dat ze niet kan vallen, ze is immers al gevallen.

Tijdens deze 10 jaar kunnen de partijen dan rustig de tijd nemen om sereen te onderhandelen met elkaar, zonder dat dit nog in de media hoeft te komen. De burger is toch al niet meer echt geïnteresseerd.

Wantrouwen creëren of verhogen tussen de burgers

We lijken te spotten met de gebeurtenissen in ons land, maar in feite is het ons ernst, en wel om de volgende reden. De politici mogen dan misschien niet uitblinken in hun zelfverklaarde expertise tot regeringsvorming, ze hebben ondertussen (onbedoeld?) heel wat stormschade veroorzaakt. Minstens een deel is er in geslaagd wantrouwen te creëren of te verhogen tussen de burgers, en het andere deel heeft dit niet kunnen voorkomen.

Dit is funest voor een samen-leving, want het extrapoleert discursieve afbakeningen, met name die tussen Walen en Vlamingen. Bovendien creëert het ook nieuwe categorieën, zoals de tegenstelling ‘slechte’ en ‘goede’ Vlamingen. En natuurlijk kan je slechts tot één van bovenstaande behoren.

‘Wij-versus-zij’-discours

Dit doorgedreven ‘wij-versus-zij’-discours maakt in de eerste plaats duidelijk dat de eenheid van alle Vlamingen, waar de huidige conservatieve Vlaamse partijen naar streven, een illusie is. Veeleer dan vereende krachten lijkt de utopie van de Vlaamse identiteit paradoxaal aan te zetten tot onverdraagzaamheid, zowel binnen als buiten de taalgrens.

Laten we daarom even stilstaan bij het begrip identiteit. Hoewel iedereen aanvoelt wat ermee bedoeld wordt, is dit toch een vaag begrip. Identiteit krijg je mee vanaf de geboorte. Je krijgt een naam, en hoort daardoor wettelijk bij een bepaalde familie, bij een gemeenschap (volk) met wie je eenzelfde taal en cultuur deelt, en bij een bepaalde natie, want je bent geboren op een bepaalde grond.

Hoewel vaak impliciet, beschouwen veel mensen dit als een wezenlijk onderdeel van hun identiteit, om zich te kunnen vereenzelvigen met een bepaalde afkomst. Zonder afkomst voelen we ons identiteitsloos. Het is ook deze kant van ‘identiteit’ die rechts-nationalistische partijen kunnen uitbuiten.

“Zonder afkomst voelen we ons identiteitsloos. Het is ook deze kant van ‘identiteit’ die rechts-nationalistische partijen kunnen uitbuiten”

In België is identiteit al sinds lang gekoppeld aan de ergernis rond taal, maar, en dat is belangrijk, daarmee ook aan klasse, stand en mogelijkheden. Pakweg tot 50 jaar geleden sprak de bourgeoisie Frans, en werd de Vlaming vaker voor ‘het boertje’ gehouden. Ook de historische achterstelling speelt met name de oudere generatie nog steeds parten.

Begrip identiteit opnieuw op politieke agenda

Het zijn ook deze clichés die nu nog de ronde doen, zoals Kobe De Keere, Mark Elchardus en Olivier Servais in hun boek ‘Er was eens een land…. Verhalen over taaldiversiteit in België aangeven’. De Vlaamse ontvoogdingsstrijd bestaat langer dan vandaag, maar de huidige rechts-nationalistische partijen mogen het op hun marketingsconto schrijven het begrip identiteit opnieuw op de nationale politieke agenda geplaatst te hebben.

De Vlaamse identiteit lijkt weer (of voor het eerst?) een plaats in het collectieve bewustzijn te hebben gekregen. En als het dan nog even kan, zijn het uiteraard die ‘luie Walen’ die die ‘Vlaamsche identiteit’ steeds in de weg hebben gestaan.

Het is deze specifieke context die de Vlaams-nationalisten vandaag gebruiken om een splitsing voorop te stellen. Economische, culturele en sociale redenen, het zijn allemaal argumenten om deze splitsing een zogezegde objectieve legitimatie te geven, maar in feite zit de reden dieper. 

“Economische, culturele en sociale redenen, het zijn allemaal argumenten om deze splitsing een zogezegde objectieve legitimatie te geven, maar in feite zit de reden dieper”

De radicale oplossing die nu steeds meer gehoor lijkt te krijgen, het niet meer willen samen leven met de Franstaligen in eenzelfde land, kan helend werken voor dit (gemanipuleerde) gevoel van onderdrukking. Maar zoals net aangegeven, afhankelijk van de aanpak kan dit eveneens verantwoordelijk zijn voor het aansteken van een haatdragende discursieve lont. En eens de lont aangestoken, is er niemand meer die vat heeft op de gevolgen.

Identiteit als een zoektocht

Wat kunnen we aan deze evolutie doen? Het is alvast belangrijk in beeld te brengen dat identiteit een complex en gelaagd begrip is en niet te vatten in oneliners. Dat er nog andere zaken zijn die spelen bij identiteit, zoals expliciete en impliciete waarden die veranderen in de loop van je leven.

Zo meent de Canadese filosoof Charles Taylor dat identiteit een zoektocht is waarbij je je altijd partieel losmaakt van je kernfamilie of grotere familie, je gemeenschap. Identiteit wordt dus niet alleen gevormd door wettelijke ‘verbondenheid’ met eigen volk, geboorteland of streek, maar is eveneens gerelateerd aan kritisch afstand nemen ervan. Het is geen vastgeroest gegeven, maar is, samen me je persoonlijkheid, in beweging, constant gevormd door dit ‘binnen’ en ‘buiten’.

Identiteit is dus flexibel en amorf. En juist dat amorfe en ambigue karakter kon wel eens datgene zijn waar de individuele en collectieve creativiteit krachten uit voortkomen, want het geeft ons de ongerijmde mogelijkheden alle kanten uit te gaan. Ons land zit echter al een tijdje ingepakt in een discours dat die identiteit wil vastpinnen, door reducerend en overwegend aandacht te geven aan grondgebied en taal als dat wat ons verschillend maakt van de ander, en gelijk aan de één.

“Ons land zit al een tijdje ingepakt in een discours dat die identiteit wil vastpinnen, door reducerend en overwegend aandacht te geven aan grondgebied en taal als dat wat ons verschillend maakt”

Nochtans delen we eenzelfde geschiedenis en cultuur (met uitzondering van verwaarloosbare verschillen), met alle Belgen, maar gaan Vlamingen en Walen vanwege het nu dominerende discours, elk op zoek naar de zogezegde ‘eigenheid’.

Identiteit die vooral beperkt

Hier wordt identiteit geconstrueerd, maar ook en voorál beperkt. Het wordt tijd om het arbitraire daarvan aan te tonen en in te gaan tegen de gevolgen ervan; de aangehaalde groter wordende onverdraagzaamheid van zogeheten goede (‘ras’echte) Vlamingen en het dito wantrouwen tussen Vlamingen onderling.

Hoe kunnen wij modale burgers dan concreet het tij helpen keren? In de eerste plaats door kritisch te staan tegenover het spel van identiteit en populisme. In het boek van De Keere, Elchardus en Servais worden termen aangehaald als ‘goede wil’, ‘attitudeverandering’ en ‘gebaar van toenadering’.

Laten we even kort ingaan op één van de mogelijkheden ervan, met name het gebaar van toenadering. Hoe kunnen we dit vorm geven zonder daarbij echter te vervallen in het tegenovergestelde? Het is belangrijk de mens achter het cliché te zien, maar die mens zal af en toe ook diegene zijn die het cliché mee in stand houdt. Ook dit is een realiteit.

“Het is belangrijk de mens achter het cliché te zien, maar die mens zal af en toe ook diegene zijn die het cliché mee in stand houdt”

Respect voor elkaars taal

Indien we er van uitgaan dat we allen in het zelfde land leven (ongeacht politieke ‘splitsingavances’) dan lijkt het de moeite te lonen elkaars taal minstens passief te kennen als we in elkaars landsgedeelte vertoeven. De meesten onder ons hebben dit ook begrepen. Ook Wallonië is nu aan een inhaalbeweging bezig, onder andere door immersion-onderwijs, waarbij al in de kleuterklas Nederlands wordt gesproken.

De taal van de ander leren wanneer we op elkaars grondgebied gaan wonen, inclusief dus de randgemeenten, lijkt ons een evidentie. Uiteraard, hier ligt een gevoelig punt en belangrijke bron van conflict, en dus voer te over voor Vlaams-nationalisten.

Want het is in deze rand dat het cliché vanuit een realiteit misschien wel het meest haar vorm krijgt. De taal van de ander spreken of willen spreken, heeft niets te maken met identiteit, wel met essentieel respect voor de gemeenschap die je herbergt. Er wordt aan een mentaliteitsverandering gewerkt, jammer genoeg vooral door een eerder starre houding van de Vlamingen.

Maar misschien is er ook een andere oplossing mogelijk? Laten we even in detail treden. Vanuit een attitude van toenadering kunnen we proberen over te stappen naar een mentaliteit waarin we voorbij de regels van het ‘moeten’ gaan.

Naar een ‘vriendelijker’ manier van met elkaar omgaan

Een voorbeeld om het subtiele verschil aan te brengen. In het Brusselse en de rand is het soms zeer frustrerend om een Vlaming te zijn. Daarom is er de tegenbeweging om de eigen taal te blijven spreken, en van de ander boudweg te verwachten dat hij zich aanpast. Dit is begrijpelijk, en heeft effect. Tegelijkertijd blijven we elkaar op die manier in een stigmatiserend beeld duwen, en blijven we zelf dit onwrikbaar beeld handhaven.

We ‘totaliseren’ de ander in dit gesloten beeld zou de Joods-Franse filosoof Emmanuel Levinas zeggen, we reduceren hem tot dit stigma. Een ‘vriendelijker’ manier om met elkaar om te gaan, legt het accent net dat beetje anders. Indien ik als Vlaming begin in het Nederlands, en de Brusselaar antwoord eveneens (meestal in gebrekkig) Nederlands, kan ik hem daarvoor in het Frans bedanken. Hem mijn waardering uiten.

“Een ‘vriendelijker’ manier om met elkaar om te gaan, legt het accent net dat beetje anders”

Wat gebeurt er hier? Elke waardering is telkens ook een aanmoediging geven om deze houding uit te breiden. De wederzijdse waardering die ontstaat, zorgt voor een openbreken van dit stigmatiserend kader, want het valt er buiten. We kunnen elkaar nu zien vanuit het ruimtegevend perspectief van moeite voor elkaar doen. En dus elkaar op een ander niveau benaderen, als mens in zijn ‘uniciteit’, en dus als zoveel meer dan een taal.

Met kleine stapjes probleem overstijgen

Dit opbod in vriendelijkheid, in dit geval in het elkaars taal willen spreken, is de mentaliteit waar we naar kunnen streven, om zo tegelijk het probleem van taal te overstijgen. Het gaat immers ten diepste om respecteren en je gerespecteerd weten.

Moeilijk te bewerkstelligen? Inderdaad, je kunt alleen maar zelf het voorbeeld geven. En dat is op kleine schaal. Maar elke stap telt, ook al lukt dit niet bij iedereen. Er zullen altijd mensen zijn die star blijven vasthouden aan de Franse taal in het Brusselse gewest, maar hoe verder weg van de taalgrens, hoe soepeler met dit gegeven wordt omgegaan.

Dus hoe dan ook zijn deze lieden in de minderheid. En ook deze kun je uitleggen dat iemands taal willen spreken (dus de moeite ervoor doen), in essentie neerkomt op de ander tegemoet komen in zijn waardigheid, als subtiele vorm van respect, en hem of haar vriendelijk uitnodigen om daar aan mee te werken.

“Iemands taal willen spreken (dus de moeite ervoor doen), komt in essentie neer op de ander tegemoet komen in zijn waardigheid, als subtiele vorm van respect”

Mensen willen over het algemeen behoren tot een groep, en als deze groep een bepaalde attitude – schaamte en nederigheid omdat je de taal niet kent – als normaal aanneemt, zal deze houding in het algemeen mee overgenomen worden.

Nogmaals, het is veel makkelijker om een zwart-witdiscours te hanteren, gericht op beschuldiging van de ander en mijn eigen grote gelijk. Het verspreidt zich vlugger. Een genuanceerd denken en handelen is complexer en vraagt meer inzicht. Maar juist daarom kan er best zo gauw mogelijk (weer) aan begonnen worden. Persoonlijk, en dus zonder dat ook dit weer tot een totaliteit verwordt.

Nicole Note, Karen De Looze en Pieter Meurs

Nicole Note, Karen De Looze en Pieter Meurs zijn onderzoekers verbonden aan het Centrum Leo Apostel van de Vrije Universiteit Brussel, maar schreven dit stuk in eigen naam.

take down
the paywall
steun ons nu!