Britse betogers tegen verhoging inschrijvingsgeld (foto: http://london.indymedia.org/)
Opinie, Nieuws, Europa, Economie, Groot-Brittannië, Hoger onderwijs, Universiteiten, Studentenprotest, Inschrijvingsgeld, Marktlogica, Ludo Sannen, Marktdenken - Ludo Sannen

Vermarkting dringt door tot het Britse hoger onderwijs

De Britse universiteiten werden de voorbije maanden opgeschrikt door hevige studentenprotesten en wekenlange universiteitsbezettingen, die op sommige plaatsen nog aan de gang zijn. In de berichtgeving wordt daarbij veelal uitsluitend verwezen naar de aangekondigde stijging van het studiegeld. Dat is echter niet het hele verhaal, schrijft Ludo Sannen.

dinsdag 18 januari 2011 19:25
Spread the love

Het vuur werd aan de lont gestoken door de publicatie van de Browne Review, oftewel de Independent Review of Higher Education Funding in Student Finance begin november vorig jaar. Dit rapport onderbouwt de voorgestelde hervormingen van de nieuwe conservatief-liberale regering-Cameron, waar de verhoging van het studiegeld deel van uitmaakt. Dit in een land waar hoger onderwijs tot 1997 nog volledig kosteloos was.

Om de protesten te plaatsen in een breder kader lijkt het me interessant de uitgangspunten van dat rapport van naderbij te bekijken.

Keuze, vrijheid, flexibiliteit

Opvallend zijn de assumpties die aan de basis liggen van de voorgestelde hervormingen. Student choice en de aansluiting van het hoger onderwijs op de arbeidsmarkt horen volgens het rapport in een nieuw systeem dé twee centrale begrippen te zijn.

Keuze, vrijheid, flexibiliteit zijn de kernwoorden. Studenten zijn “zelf het beste geplaatst om te oordelen wat ze uit hun participatie in het hoger onderwijs willen halen”. Dit impliceert volgens de auteurs dat er een heuse financiële revolutie nodig is. De werking van de Britse universiteiten wordt momenteel, net als de onze, hoofdzakelijk ondersteund door een publieke enveloppefinanciering per student.

De auteurs stellen voor dat deze structurele financiering verdwijnt, en dat dit geld terechtkomt bij de studenten zelf. Deze zouden dan zelf kunnen beslissen in welke richtingen en vakken te ‘investeren’.

De universiteiten en hogescholen zelf moeten dan in competitie gaan voor de gunst van de student. Ze dienen de ‘studenten-consumenten’ te overtuigen dat zij in de door hen aangeboden opleidingen ‘waar voor hun geld’ krijgen.

Diegenen die erin slagen om meer studenten te lokken, zullen dan kunnen rekenen op een betere financiering. De verschuiving van deze financiële stromen wordt in het voorstel van de Browne commission vergezeld door een volledige opheffing van de limiet op studiegelden.

Dit werd door de regering vertaald in een stijging van het maximum van 3.260 pond naar 9.000 pond. Richtingen “van groot strategisch belang” zoals harde wetenschappen en technologie krijgen daarnaast echter nog een extra structurele financiering, zodat deze hun prijzen toch nog lager kunnen houden.

Het laat zich raden welke richtingen hierbij zullen verliezen. Sociaalwetenschappelijke instituten en richtingen worden voor de keuze gesteld: ze hebben de optie hun begroting stabiel te houden en buitensporige studiegelden te gaan vragen, oftewel hun budget en dus de kwaliteit van hun opleiding stelselmatig naar beneden te halen.

Door de verhoging van de studiekosten die ongetwijfeld in kwaliteitsvolle opleidingen zal volgen, zal sowieso de samenstelling van het studentencorps veranderen. Wat voor student zal studiegelden van 9.000 pond ophoesten zonder dat daar proportionele meerverdiensten tegenover staan in het beroepsleven? Sociale wetenschappen dreigen zo te worden wat het economistische cliché over haar zegt: een elitaire hobby.

Onderwijs wordt consumptie

Hoewel het rapport stelt dat jonge mensen best zelf kunnen oordelen wat ze uit het hoger onderwijs willen halen, is het rapport toch erg expliciet: jongeren zouden best op zoek gaan naar een betere financiële status via het onderwijs.

Dat is het incentief. Dit rapport belichaamt een ideologie die het hoger onderwijs niet als een publiek goed ziet, maar als een commercieel vehikel dat louter financiële voordelen aan haar alumni biedt. Het is een ‘goede investering’.

Het hierbij horende ‘Student choice’-mantra is een dochter van het moderne marktdenken. De vraag bepaalt hoe groot het aanbod is, en wat dat aanbod inhoudt. De financiële input wordt volledig en uitsluitend verantwoord met referentie naar de financiële output.

“Dit rapport belichaamt een ideologie die het hoger onderwijs niet als een publiek goed ziet, maar als een commercieel vehikel dat louter financiële voordelen aan haar alumni biedt”

Het gevolg is dat de universiteiten niet meer gezien worden als een plaats waar kennis wordt doorgegeven die intrinsiek belangrijk is. De universiteiten zijn geen instituten waarin de oudere generaties aan de jongere doorgeven wat zij weet en als waardevolle kennis inschat.

Dit intrinsieke belangrijke karakter van geschiedkundige feiten, van wetenschap, van kunst is wat onze universiteiten differentieert van puur economische instellingen. Onder dit voorgestelde systeem vervalt dit belang. De studenten leren wat zij willen leren, en er wordt verondersteld dat zij enkel zullen willen leren wat hen geld oplevert.

Van de verheffende invloed van hoger onderwijs, zowel voor de student als voor de maatschappij, is nergens sprake. Het vergaren en verspreiden van kennis zijn niet langer haar kerntaken. Ze wordt herleid tot een cruciale schakel in het verhogen van de toekomstige financiële verdiensten van de gediplomeerden.

Volgens de logica van het rapport moeten deze dan ook de grootste kost van het hoger onderwijs dragen, aangezien de rest van de maatschappij geen enkel belang heeft bij haar functioneren. Dat is de logica van de vermarkting, die ik liefst zo ver mogelijk uit de buurt van ons publiek debat en ons onderwijssysteem wil houden.

“Dat is de logica van de vermarkting, die ik liefst zo ver mogelijk uit de buurt van ons publiek debat en ons onderwijssysteem wil houden”

Inefficiëntie en verspilling van menselijk potentieel

Het voorstel faalt ook afgemeten aan zijn eigen principes. Terwijl het plechtig stelt dat alle studenten die het talent hebben van hoger onderwijs zouden moeten kunnen genieten, verhoogt het de barrière voor deze studenten op groteske wijze.

Zo ondergraaft het voorstel ook zijn primaire doelen: het bereiken van vrije keuze voor de studenten en het onderwijs afstemmen op de arbeidsmarkt. Hoewel studenten in theorie vrij zullen mogen kiezen, is dat een illusie als daar zulke financiële hordes worden tegenovergesteld. In de zuiver economistische termen die het rapport hanteert, zal het nieuwe systeem daarom ook voor een pure vernietiging van menselijk kapitaal zorgen.

Anders dan de hervormingsbeweging die het hoger onderwijs zowel in ons land als in Groot-Brittannië de voorbije 40 jaar democratiseerde en ervoor gezorgd heeft dat meer mensen dan ooit tevoren hun potentieel hebben kunnen waarmaken.

“In de zuiver economistische termen die het rapport hanteert, zal het nieuwe systeem daarom ook voor een pure vernietiging van menselijk kapitaal zorgen”

Een beweging waar ook ik een product van ben. Die democratisering is trouwens verre van volledig en dreigt stil te vallen. Er is nog altijd geen gelijke participatie van jongeren uit gezinnen met een laag inkomen. De participatie van allochtonen is dramatisch laag. Dát is voor mij de strijd die we moeten aangaan en dat dient het onderwijsdebat te beheersen.

Ludo Sannen

Ludo Sannen is Vlaams parlemendslid voor SP.A.

take down
the paywall
steun ons nu!